hr
jaargang -24 - laatste artikel 22-4 18:00 - 76015 artikelen -

Home
Forum
Lid worden

Leden
Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Login onthouden

Login via:
Wachtwoord vergeten.

Het Forum

· [MED] Mededelingen
· [SUG] Suggesties
· [M&S] Moppen/Spelletjes
· [CUL] Kunst & Cultuur
· [OFT] Offtopic
· [G&C] Games & Computers
· [WMO] Wat me is overkomen
· [VDS] Vragen des levens
· [POL] Politiek
· [CON] Consumenten forum


moppen en spelletjes - moppen en spelletjes - moppen en spelletjes


1 2 3 4 .... 203 204 205 [206] 207 208 209 261 262 263 264

Fantasy Roleplay

16-11-12 09:55:03
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Offtopic:
Omdat ook werkelijk de dagen voorbij vliegen zonder dat iemand post, ga ik een tijdsprong maken. Anderen kunnen wat mij betreft eventueel 'in het verleden' nog stukjes afronden.
De dagen vliegen voorbij. Er zijn steeds meer omliggende dorpjes veroverd door het vijandelijke leger. Intussen heeft Gheed de neuzen goed bij elkaar weten te krijgen. Bepaalde rivaliserende families werken niet samen aan een klus om conflicten te vermijden, maar de klussen zijn wel goed voor de verdediging. De huizen van de buitenwijken zijn van binnenuit verstevigd, er zijn bepaalde straten met obstakels vernauwd, wapens verspreid, en hinderlaagpunten bepaald. De vrouwen en kinderen worden dichtbij de stadspoorten geplaatst. Hoewel de verdediging van de buitenwijken in het niet valt met die van de stad, hebben de inwoners besloten hun huid zo duur mogelijk te gaan verkopen. 's Nachts zijn er wachten die de omgeving in de gaten houdt. Hoewel de geruchtenstroom erger wordt, is er weinig extra legeractiviteit in de stad zelf.

Madarian en Linctus trainen van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Er worden combinaties van spreuken uitgeprobeerd, lange afstandspreuken, spreuken voor een groot gebied, heelspreuken en motivatiespreuken. Ze nemen regelmatig een korte pauze om op adem te komen of totdat hun mana weer is bijgevuld.

Dan komt de ontsnapte verkenner verzwakt aanrijden op een even verzwakt paard. "Groot leger in aantocht. Yngvild verwoest." was het enige wat hij kon uitbrengen tegen een wachter, als hij bij de stadspoort aankomt. De verkenner wordt binnen gelaten. De verkenner krijgt wat te eten en een bed om te rusten. De koningin wordt zo snel mogelijk ingelicht. Eindelijk geeft ze het commando om een paar verkenners die kant op te sturen, hoewel ze het verhaal niet gelooft. Ze hoopt zo de verhalen de kop in te drukken.

22-11-12 18:03:11
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus was tevreden met wat Madarian in een korte tijd had geleerd. Linctus was benieuwd wat de buitenwijkers zouden kunnen bereiken tegen het duister leger. Toen viel het hem in. Een plan om het duister een halt toe te roepen. Dat hij het niet eerder had bedacht. "Ik ben de rest van de dag weg. Als ik voor middernacht nog niet terug ben, dan moet jij de voorbereidingen leiden. Ik zal dan niet meer terugkeren." Linctus opende zijn waterfles en leidde er een stroom water uit. Langzaam begon de stroom water een ovaal te stromen. Deze ovaal werd steeds groter totdat deze groot genoeg was om een portaal te openen. Linctus stapte er doorheen.

Larzuk was al dagen te paard vermond als een blonde gast. Langzaam kwamen ze dichterbij de stad. Drognan stopte de groep. "Breng hem hier." Vanaf een van de ruggen van de paarden werd een grote zak afgehaald. Drognan opende de zak en liet een lijk zien. "Dit is de blonde persoon die je moet worden. Jij wordt dadelijk een prins van een bevriende stad. Wij zijn natuurlijk jou bescherming." Larzuk trok een haar uit de man en wreef dit tussen zijn handen. "Dit moet wel lukken." En Larzuk veranderde langzaam in de blonde prins.

28-11-12 18:32:54
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
En weg is Linctus. Portaalmagie. Dat was handig geweest in m'n diefjaren. Madarian besluit dat nog niet te proberen. Hij besluit te proberen te vliegen. Hij begint met een luchtmuur. Daar gaat hij op liggen, en begint de luchtmuur omhoog te sturen. Hij heeft meer controle dan de vorige keer, en weet een rondje boven een huis te maken. Dan ziet hij een groepje mensen aan komen. Madarian landt en waarschuwt Gheed. Iedereen gaat naar de plek toe wat afgesproken was. Als de groep aankomt, blijken het vluchtelingen te zijn uit een dorp die op tijd gewaarschuwd was. Ze worden opgevangen door de inwoners van de buitenwijken.

19-02-13 21:18:24
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Aangezien het vorige verhaal dood is, ga ik een nieuwe beginnen...

Madarian komt buiten en wordt verblind door de zon. Wat is de zon fel. Jaren heeft hij geen fel licht gezien. Al snel komen de herinneringen terug. Van jongs af aan is hij gepest door buurtkinderen. Buitensluiten, schelden, spullen van hem worden vernield, en geregeld wordt hij in elkaar geslagen. Nooit deed hij iets terug. Tot die bewuste nacht toen hij 7 jaar was. Hij liep naar huis, en plotseling is hij ingesloten door de standaard groep kinderen die groter zijn dan hem. Dit keer slepen ze hem een steegje in en scheuren ze zijn kleren aan stukken. Op dat moment knapt er iets in hem. Even later lopen ze lachend weg. Het begint al weer erg donker te worden.

De nacht valt. De moeder van Madarian begint zich ongerust te maken. Madarian is niet thuis gekomen. Ze licht de wachten in, en er wordt een zoektocht gestart. De families van de pesters trekken zich niets aan van de vermissing en ze gaan al weer vroeg naar bed. Madarian sluipt zo geruisloos mogelijk één voor één de woningen in van de pesters, en snijdt de kelen door van iedereen in het huis. Net als hij de woning uit komt van de laatste pester, wordt hij gezien door een wachter. "Hij is hier!" roept de wachter als hij dichterbij Madarian komt met een fakkel. "We hebben overal..." De wachter kijkt vol ongeloof naar Madarian, die niets zegt, en voor zich uit staart. Hij zit onder het bloed. Er komen nog meer wachters aan. "Blijf bij hem." De eerste wachter gaat naar binnen, ontdekt de lichamen. "O mijn God! NEE!" Madarian was veroordeeld tot 30 jaar in de ijzermijnen. Iedereen wist van het pesten, en daarom was de rechter 'mild' geweest met de straf. Normaal is de straf levenslang, maar overleeft men nog geen 20 jaar in de mijn. Madarian heeft geen woord gezegd tijdens de rechtzaak, en staarde alleen maar voor zich uit. Hij voelde zich sterker met elk leven wat hij genomen had. Alsof hij de levensenergie gestolen had als een soort van vampier.

In de jaren ondergronds werd hij in het begin gepest. Elke keer weer vonden ze een tijd later de pester dood. Misschien is dit de reden waardoor hij het al die jaren heeft overleefd.

Hij is nu eindelijk vrij. Langzaam begint hij de omgeving te zien. Hij begint de stad te verkennen. Het dorp is nu een stad geworden. Al de gebouwen die hij kende lijken kleiner. Hij heeft wat geld gekregen, en ziet een herberg. Hij gaat naar binnen en kijkt rond. Hij gaat in een hoek zitten, besteld wat te eten en te drinken, rekent het meteen af, en schrokt het naar binnen. Een groepje ziet dit en gaan naar Madarian toe. "Heb je geen tafelmanieren geleerd?" Madarian negeert ze. Dan trekt één van hen een dolk. "Je geld of je leven." sist hij. De anderen blokkeren het zicht van de andere gasten in de herberg. Madarian is onbewapend, en geeft zonder emotie te tonen de rest het geld af. De groep verlaat snel de herberg. Madarian staat op, en volgt de groep onopvallend...

19-02-13 21:53:45
nietmeer
Offtopic:
I'm in. De stad des roleplays, waar deze setting zich afspeelt, is hetzelfde als die van de vorige (voor 't gemak). Stad heet dus Thylis, hoofdstad van het land Aleria. Ik, Vàilan, kan in dit nieuwe verhaal weer kiezen wat ik wil zijn. Silverwing is the one. Oké, mijn intro. Note: ik zal niet zo erg actief meedoen, vanwege studie en zo. Mocht ik het idee krijgen dat ik me toch weer teveel door dit topic laat meeslepen, maak ik er weer een eind aan (maar niet zo abrupt als eerst :P).
Zoveel jaren zijn verstreken. Ik kan me niet voorstellen dat het al zo lang geleden is dat ik je vond. Ik heb je alles geleerd wat ik je kon leren, ik heb je alles bijgebracht wat ik je kon bijbrengen, ik heb je getraind zoals ik alleen je kon trainen, en nu...nu is het resultaat van het harde werken eindelijk daar. Je bent een sterke, volwassen Zilvervleugel geworden. Ga nu, mijn jongeling. Wees niet verdrietg. We zullen elkaar ooit weer zien.

Dit waren de laatste woorden die Augus sprak, voordat hij op hoge leeftijd overleed in het bijzijn van vrienden, familie en wie niet. Vàilan liep snel na dit emotionele moment de woning uit en probeerde zich even bij elkaar te rapen. Hij besloot om de familie niet achter te laten en woonde de begrafenis, enkele dagen erna, gewoon bij. Niet lang daarna nam hij zijn intrek in een van de kasteeltorens, die tot Zilvertoren werd hernoemd en waarvan het puntige dak met zilveren platen werd bekleed. Vàilan, die niet zeker wist wat hij nou moest doen in zo'n mensenstad, besloot om zich in dienst van de koningin te stellen. Hij zou waken over de stad, de stad waar hij zijn leven lang al had doorgebracht.

Dit is nu een jaar geleden...Vàilan ligt wat te dromen in de toren. Augus...zonder hem was hij al lang dood. Verstoten door zijn moeder, ten gunste van zijn broertjes en zusjes. Wreed, maar te begrijpen. Hij heeft alles aan Augus te danken, zijn wijze leermeester en trainer.

Vàilan strekt zijn vleugels en rolt vervolgens wat door het hooi, niet echt wetend wat hij deze dag wil gaan doen. De zon staat al hoog aan de hemel en schijnt hem soms in de ogen. Hij wil het liefst de wereld verkennen, maar zou niet weten waar hij moet beginnen. Deze stad is al zo divers, waarom zou hij verder willen? Het grote bos, vlakbij de stad, is het enige waar hij wel eens naar toe gaat, om te jagen.

Elke zilveren veer is een zegen van Elrath. Elke Zilvervleugel is een zegen voor deze wereld. Helaas is je soort zeldzaam, opgejaagd, gewild...je bent een van de weinigen nog overgebleven Zilvervleugels. Denk daar altijd aan, altijd.

Vàilan blijft de wijze lessen van zijn meester in zijn gedachten herhalen.

19-02-13 22:29:43
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Madarian lijkt een zwerver met z'n vodden. Veel meer heeft hij niet gekregen toen hij de mijn onder Thylis verliet. Maar Madarian is door het mijnwerken wel een sterke man geworden. En hij zit vol woede om wat hem is aangedaan. Al die jaren onder de grond heeft hij nooit een woord gesproken. Degenen die hem vernederde in de mijn heeft hij stuk voor stuk vermoord, voordat dat z'n slachtoffers wisten wat er gebeurde. Er waren geen wachters. De wachters bewaakte alleen de uitgangen. Geregeld werd er voedsel naar binnen gebracht, en de lijken werden weggehaald. Was er te weinig erts gehakt, dan was er de volgende keer minder voedsel. En soms werden namen opgenoemd van gevangenen die hun straf uitgezeten hadden.

Her en der worden dingen gestolen door de groep. Dan wordt er een zak gerold, dan een beroving. Madarian ziet het allemaal gebeuren, en vooral de angstige gezichten van degenen die beroofd worden. Uiterlijk is hij kalm, maar van binnen kookt hij. Maar hij wacht af. De groep verlaat de stad, en al snel is het aan het schemeren. Madarian heeft geen tijdsbesef. Blijkbaar was hij laat in de middag vrijgelaten. Hij gebruikt de struiken, bomen en rotsblokken om achter te schuilen bij het volgen van de groep, als ze een grot in gaan. Eén blijft buiten de wacht houden. Madarian wacht nog even tot het donker is. Het is nieuwe maan. Madarian ziet uitstekend in het donker, en sluipt naar de bewaker toe. Met een snelle houdgreep keelt hij de bewaker. Terwijl de bewaker naar Madarians arm grijpt, pakt Madarian de dolk van de bewaker, en steekt hem in de rug. De bewaker verslapt even. Madarian snijdt dan meteen de keel door van de bewaker. Madarian voelt zich weer iets sterker worden. Het voelt goed. Dan sluipt hij naar binnen, en iedereen in de groep wordt genadeloos afgeslacht. Daarna fouilleert Madarian al z'n slachtoffers, trekt een leren harnas aan, en doorzoekt de grot. Hij vindt nog een tweede ijzeren dolk, een simpele boog, een ijzeren zwaard, en een leren schild. Ook vindt hij nog wat geld en een rugzak met wat eten. De rest zijn veel spullen die hij niet kan gebruiken. En een mooie ketting. Zo te zien een unieke ketting. Hij pakt de ketting op, en vertrekt weer richting stad. Hij geeft de ketting aan een wachter. "Zoeken jullie een aantal dieven?" "Hoe weet jij dat? Ze ontglippen ons elke keer weer." Madarian geeft de locatie van de grot door, en wil de stad in lopen. "Wacht. Als het klopt dan krijg je een beloning!" Madarian wijst op de paar spullen die hij gepakt heeft. "Daarmee koop ik deze spullen dan." Hij draait zich om en loopt de stad in.

20-02-13 07:10:48
nietmeer
Al snel nadat het donker is geworden valt Vàilan in slaap. Hij droomt dat hij langs een groot meer loopt en verderop een in het zwart geklede vrouw ziet zitten, met lang, pikzwart haar. Vàilan besluit om te gaan drinken, maar plots verandert het water in een donkere, hevig dampende massa. Hij schrikt ervan en zet een paar stappen terug. Het water wordt zwarter en zwarter en lijkt opeens te leven.

Dan schrikt hij wakker en kijkt wat onnozel om zich heen.
Rare dromen ook altijd. moppert hij. De zon is inmiddels al op aan het komen en de stad komt langzaam tot leven. Vàilan gluurt over de rand van de toren. "Skriiieeeh!" Vàilan ziet dat sommige mensen even naar de toren kijken. Aan dit geluid zijn de stadsbewoners inmiddels wel gewend. Sommige mensen zwaaien zelfs even naar boven, alsof ze Vàilan een goedemorgen willen wensen.
En nu...opmaaktijd. Vàilan springt uit de toren en vliegt een paar rondjes over de stad. Zijn zilveren veren weerkaatsen het licht van de opkomende zon en lijken de stad nog extra te verlichten. Vàilan vliegt naar het balkon van de troonzaal, en wordt binnengelaten. Hij volgt de oudste dochter van de koningin, Irina, naar een kamertje, waar zij al wat spullen heeft klaargezet. Al sinds enkele jaren verzorgt Irina, geheel uit vrije wil, Vàilan's vacht en veren, tweemaal in de maand. Vàilan houdt wel van dat geborstel en de aandacht, en laat Irina dan ook ongestoord haar gang gaan.

20-02-13 11:51:48
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Wat zit dit lekker ten opzichte van die vodden. Madarian is blij met het leren harnas. Hij verkent de stad, ook al is het donker. Dan komt hij bij de winkelstraat en loopt naar de smederij. Hij wil de deur open doen, maar de deur is op slot. Een wachter komt naar hem toe. "Wat ben je van plan?" zegt de wachter. "Inkopen doen". Maar blijkbaar is de winkel gesloten. Wat zijn de openingstijden?" zegt Madarian. De wachter kijkt hem iets vreemd aan en zegt: "Van acht uur 's ochtends tot zes uur 's avonds. Zoals alle winkels in dit land." Madarian bedankt de wachter en loopt weer verder. Slaap heeft hij nog lang niet. Z'n biologische klok is heel anders 'afgesteld' door al die jaren onder de grond. Hij was net opgestaan toen hij vrijgelaten werd.

Madarian besluit verder de boel te verkennen. Dan ziet hij een vervallen huis staan. De ramen zijn dichtgespijkerd. De muren zitten onder de haatteksten. En toch komt het huis hem zo bekend voor. Het is z'n eigen oude huis. Madarian gaat naar een wachter toe. "Vraagje. Wat is er met de bewoners van dat huis gebeurd?" De wachter kijkt hem aan. "Dat was het huis van de slachter van Thylis. Een jongen van 7 die zes families heeft omgebracht. Die jongen is waarschijnlijk dood, of anders zit hij nog z'n straf uit in de mijnen. Na de rechtzaak zijn z'n oduer niet veel later weggegaan door de pesterijen van de rest van het dorp. Het is gebruikelijk dat iedereen begraven wordt in de stad waar ze geboren zijn. Vier jaar geleden was z'n vader begraven op het kerkhof, en een half jaar geleden z'n moeder." Ik ben wees. Madarian vertrekt geen spier bij het vernemen van dit nieuws. Hij vraagt de weg naar het kerkhof, bedankt de wachter en gaat op zoek naar het graf.

20-02-13 18:15:49
nietmeer
Irina zingt een paar liedjes terwijl ze met keurig gecoördineerde bewegingen de borstel hanteert.
"Tot zover je achterwerk," zegt ze. "Oké, schat, vleugel spreiden aub."
Schat? Waar verdien ik dat nou aan? merkt Vàilan op.
"Zomaar," zegt Irina, terwijl ze voorzichtig met een vleugel bezig gaat. "Stel dat je gewoon een mens was, en niet een griffioen met de mogelijkheid om een menselijke vorm aan te nemen, zou je dan met me willen trouwen?"
Pardon?
"Nou?"
Tja...ik weet het niet. Je bent een voor mensen zeer aantrekkelijke jongedame, maar het zou in die situatie vast niet gepast zijn. Uiteraard zou ik een oogje op je hebben, maar een prinses zou veel te hoog gegrepen zijn, en jij zou je niet mogen inlaten met iemand van het wat euh...lagere volk.
"Zo streng is het nou ook weer niet, alhoewel...misschien ook wel. Dan had het toch stiekem gekund?"
En dan het risico lopen om betrapt te worden. Nee bedankt, dat zou ik er niet voor over hebben. Irina...waarom hebben we het hier over?
"Geen idee...laten we maar wat anders gaan bespreken. Bijvoorbeeld dat je zo lief en tam bent."
Ik ben jong, wild en vrij. Ik ben niet tam. Al zou men dat niet zeggen als men mij zo zag. Vooruit, in dit opzicht ben ik zo mak als een pasgeboren lammetje, maar normaal gesproken...!
"En ik ben de dame die de machtige griffioen in toom houdt. Kijk mij nou, wellicht heb ik een gave om de wildste mannen in bedwang te houden."
Zelfs de niet-menselijke exemplaren?
"Blijkbaar," zegt Irina grijnzend. "Ok schat, vleugel zit nog mooi strak in de plooi, dat in tegenstelling tot je van hooi vergeven achterwerk. Probeer niet meer zoveel te rollen in je hooi, wil je?"
Laat me toch eens spelen moppert Vàilan.
"Ik moet niet zeuren, inderdaad," zegt Irina, waarna ze met de rest van Vàilan verdergaat. Ondertussen vertelt hij haar over zijn droom.
"Wellicht ontmoet je haar een keer," zegt Irina. "Voorspellende dromen komen vaker voor."
Wie weet. Ze leek me erg kwaadaardig.
"Misschien is ze dat ook, wie kan het zeggen? Oh...je hebt zojuist een veer minder om je zorgen over te maken," zegt Irina, terwijl ze een veer voor zich houdt.
Tijd van 't jaar.
"Jij zal het weten," zegt Irina.

20-02-13 19:35:11
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Het kerkhof. Maar waar is het graf? Madarian kijkt naar de grafstenen terwijl hij langs de graven loopt. Allemaal zijn ze mooi onderhouden. Het is te donker om de stenen te lezen. Als hij dat nog kan. Hij heeft in tijden geen letter gezien. Dan ziet hij twee graven naast elkaar die niet onderhouden zijn. De grafstenen zijn gebroken en beklad, terwijl de stenen zelf nog vrij nieuw zijn. Madarian voelt dat dit de graven zijn waar hij naar zocht. Hij blijft stil staan en zegt niets. Geen gedachtes, niets. Hij voelt zelfs geen verdriet of woede. Na een paar minuten streelt hij de grafstenen even en gaat hij de stad verder verkennen. Wat nu? Wat moet ik nu? Waarom leef ik nog in deze helse wereld?

20-02-13 20:03:01
nietmeer
"Weer een," zegt Irina, terwijl ze opnieuw een veer op de grond legt.
Pluk me niet kaal, ok?
"Neuh, dat kunnen de koks veel beter," zegt Irina.
Hé!
Irina grijnst breed en streelt een keer over Vàilan's snavel.
"Nou," zegt ze. "Zo kan ie wel weer. Oh ja, je klauwen nog."
Dat zal niet nodig zijn, die heb ik gisteren nog gefatsoeneerd op een rots.
"Dan bewaren we dat voor later. Goed, ik ga mij eens omkleden en me dan weer richten op die andere zaken die met het prinseszijn te maken hebben. Oh Vàilan, had ik maar een normaal boerenbestaan. Ik zou dat veel mooier vinden."
Ik kan er weinig aan veranderen, helaas. Vàilan wrijft wat met zijn kop tegen Irina aan, die vervolgens de deuren opent. In de troonzaal is het inmiddels al weer wat drukker geworden.
"Hé, is hij er ook weer eens?" vraagt Irina, wijzend naar een jongeman met een tekenboek onder z'n arm en een tasje penselen en pennen om zijn middel.
Die ga ik eens laten schrikken. De jongeman blijft rustig naar een schilderij kijken terwijl Vàilan hem van achteren besluipt. Niemand in de troonzaal neemt de moeite om hem te waarschuwen. Zodra Vàilan vlakbij hem is, tikt hij hem aan met zijn snavel. De jongeman laat abrupt zijn tekenboek vallen en draait zich om.
"Wie geeft jou het recht om mij zó te besluipen?" roept hij boos.
Geintje
"Ja, dat zal wel. Kijk nou wat je gedaan hebt! Mijn tekenboek is vies geworden."
Alsof dat zo erg is.
"Alsof da...hoor eens even. Dit tekenboek, ja, dit tekenboek is mijn alles. Ik noteer, ik schets, ik observeer, alles gaat erin, en dat werk ik later uit. Ik kan niet zonder dit boek rondlopen, want straks zie ik iets en kan ik het niet vastleggen!"
Nounou, je bent er wel erg aan gehecht, hè?
"Ja, zelfs mijn Codexen zijn iets minder heilig dan dit tekenboek. Kom er niet aan, want dan kom je aan mij." De jongeman loopt snel, mopperend, de troonzaal uit.
"Je moet die arme knul niet zo plagen, hij heeft het al druk genoeg," zegt Irina.
Met neurotisch zijn, zeker. Ik heb 'm altijd al een rare kwast gevonden. Verbazingwekkend dat die meid die bij 'm woont het zo met hem uit kan houden. Nou ja, het is haar keuze, en we weten allemaal hoe dat is gekomen. Goed, ik ga weer naar buiten.

Vàilan wordt naar buiten gelaten en begint weer rondjes over de stad te vliegen.

20-02-13 20:51:27
nietmeer
"We zijn er bijna. Thylis!", riep een vos. Hij kroop tussen de benen van een vrouw. Zijn roodkleurige vacht streelde langs haar laarzen, waarna de vos naar voren schoot. "Oh, Thylis", zong hij. "Weet jij eigenlijk wel wat dat is? Je bent zo'n dom meisje." De vrouw gaf de vos een trap tegen zijn achterwerk waardoor het diertje naar voren rolde. "Natuurlijk weet ik dat, Réynard. Het is de hoofdstad."
Réynard was al weer op zijn poten verder aan het lopen. "Ik vraag het even. Je heet niet voor niets Noire. Zo zwart is het in jouw hoofd." Hij maakte een paar sprongen naar voren en stopte weer waarbij hij zijn poot in de lucht hield. Zijn zwart glanzende neus stak hij naar voren. Eén, twee, drie maal snoof hij. Snel slikte hij de geuren in en maakte hij een glimlach.
"Réynard", zei Noire zijn naam. "Wat is er in Thylis." Réynards pupillen werden groot, maar versmalden weer. "Ik zie het voor me.", grijnste de vos. "Ik zie het allemaal! De kraampjes, vol met voedsel. Fruit. Oooh, dat sappige fruit. En geuren. Alle geuren die er zijn. Vooral dat van eend. Ik wil eend, Noire. Bereid je daar maar op voor."

Noire liep stevig door. Dat ging gemakkelijk met haar zwarte stevige laarzen. Ze voelde zich niet op haar gemak. Ze vertrouwde geen enkele plaats waar ze heen moest van Réynard, maar deze. Deze voedt haar argwaan alleen. Ze voelde zelfs Réynard onrustig ademen. Dan moest er wel iets mis zijn wanneer de slimmere zich ongerust maakt.
Noire voelde dat er aan haar getrokken werd. In een reflex greep ze haar boog vast dat onder haar mantel lag en trok ze deze eronder vandaan. Ze nam een pijl en spande deze op de boog. Terwijl zij dit deed, maakte ze een scherpe draai zodat ze de "tegenstander" kon zien. Haar pikzwarte mantel maakte een klapachtige geluid toen het door de wind wapperde.
Voor zich zag Noire een oudere man. Zijn gezicht was vuil. Zijn ogen anstig. Noire liet haar armen zakken. "Ja?", vroeg ze toonloos. De man nam duidelijk tijd om zich te herstellen. Het kostte hem meer moeite doordat hij het gezicht van Noire niet kon zien. De schaduw van haar kap bedekte haar ogen. Alleen haar samengeperste lippen waren te zien en die stelde de man niet gerust.
Hij slikte een paar keer. "Vos", zei hij. "Hoeveel?" Langzaam viel Noire's mond open. Réynard siste even. Fluisterend zei hij "Hij wilt mij kopen." "Oh, ahm.", zei Noire. "Nee. Ga weg." De man bromde en liep langzaam weg. Noire plaatste haar pijl en boog weer terug. "Wat is dit?", vroeg ze zachtjes aan Réynard. "Ik noem dit de rotters. Ze mogen de stad niet in en daarom hangen ze er maar rond. Dit is gevaarlijk. Maar we zijn er bijna. Loop sneller.", beval hij. Hij sloeg zijn staart om de nek van Noire en zette zijn poten beter neer op haar schouder. Bijna, dacht hij.

20-02-13 21:29:01
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Madarian besluit weer naar de herberg te gaan. Eenmaal binnen gaat hij naar de waard. "Ik zoek werk. Wat dan ook." zegt Madarian. Waard: "Wat dan ook? Eens kijken... Bij de stallen wordt een knecht gevraagd om de stallen schoon te maken. Er is een beloning uitgeloofd om de schuilplaats door te geven van een roversbende. Bij de koeriersdienst zoeken ze bezorgers. En..." Madarian kapt hem af: "Bezorgers? Laat ik dat maar eerst proberen." Waard: "Een waarschuwing. Er worden geregeld bezorgers bewusteloos gevonden. Weet je het zeker?" Madarian: "Ja. Waar moet ik zijn?" Waard: "Schuin tegenover. Als het licht is zie je het uithangsbord met de paarden." Madarian: "Ik zie hem." Waard: "Je ziet hem? Het is pikdonker buiten." Madarian glimlacht, bedankt de waard en gaat naar de koeriersdienst. Ook die deur blijkt dicht te zitten. Natuurlijk.

20-02-13 21:35:07
nietmeer
Offtopic:
Zo donker is het niet meer, hoor (A). De zon kwam al op :P.
"Skrieeeh!"
Vàilan vindt dat hij wel weer genoeg rondjes heeft gevlogen, en keert terug naar zijn toren. Hij ploft in het hooi en gaat lekker uitgestrekt liggen.
Eten, denkt hij. Hij gluurt over de rand en ziet een slager wat vers vlees vervoeren naar een opslagruimte.
Niks ervan. Ik ga niet stelen van hardwerkende mensen. Hij kijkt voorbij de buitenste stadsmuur en ziet vee rondlopen over de velden.
Kan ik ook niet maken. Vàilan plukt wat aan zijn borstveren en begint dan zijn vleugelveren wat beter te bekijken. Vervolgens kijkt hij wat naar de diverse ringen van de stad, drie in totaal, elk met een eigen muur, waarbinnen de mensen wonen, werken en hun dagelijkse bezigheden uitvoeren. Hij ziet marktkraampjes met allerlei lekkernijen, en de geur van vers brood en eten bereikt zelfs de toren.
Eten!

20-02-13 22:13:48
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Offtopic:
Voor dat stkuje met Madarian was het nog donker.
Madarian besluit te wachten in een donkere hoek. Na een paar uur begint het licht te worden. Zo langzamerhand beginnen de straten voller te worden met andere mensen dan alleen wachters. Dan ziet hij iemand naar de deur van de koeriersdienst lopen. Madarian komt uit z'n donkere hoekje en loopt richting de man. Madarian: "Pardon. Mag ik u wat vragen?" De man kijkt verschrikt op. Madarian: "Bent u op zoek naar koeriers?" De man: "Eh... Ja. Hoezo? Bent u geïnteresseerd?" Madarian: "Ja. Ik doe wat ik moet doen. Wat het qua tijd of geld ook kost." Man: "Weet u de weg hier in de buurt?" Madarian: "Nee. Dat is één van de redenen dat ik juist deze baan wil. Ik leer de weg hier beter kennen, en ik leer wat mensen kennen." Man: "Dat je de weg niet kent is wel een nadeel. Maar zoveel keuze heb ik niet. Vooruit. Je bent aangenomen. Ik ben Gymir. Ik zal je eerste pakket even pakken en uitleggen waar je moet zijn." Gymir doet de deur verder open en gaat naar binnen. Madarian volgt hem. Gymir pakt een pakketje uit een kist en geeft deze aan Madarian. "Het pakketje moet naar de wachtpost. Tweede straat links. Dat gebouw herken je meteen. Ze zullen je betalen." Madarian gaat meteen op pad. Hij kijkt even naar het pakketje tijdens het lopen, maar brengt het meteen naar z'n bestemming. Als hij bij de wachtpost aankomt bekijkt de wachter het pakketje. Hij betaalt Madarian en geeft een klein pakketje retour. "Die is voor Gymir. Zeg maar tegen hem 'Standaard recept.' Hij weet wat ik bedoel." Madarian neemt het pakket aan, en gaat weer terug naar Gymir. "Standaard recept." zegt Madarian als hij het pakket aanreikt. Gymir: "Mooi. Volgende opdracht. Geef dat pakket af bij de kapper. Linksaf, vierde deur aan je rechterhand." Madarian gaat naar de kapper en levert het pakket af. En weer krijgt hij een pakket retour, die hij afgeeft aan Gymir. Madarian: "Weer een 'standaard recept.' Gymir glimlacht. Mooi. Eindelijk iemand die de pakketjes niet heeft opengemaakt. En hij is ook vrij snel. Dan wordt het nu tijd voor de echte pakketten Madarian bezorgt al snel een aantal pakketten, en heeft een redelijk bedragje gekregen voor het bezorgen.

21-02-13 07:34:44
nietmeer
Vàilan besluit dat hij niet langer wil wachten met eten en springt uit de toren. Zoals altijd laat hij weer van zich horen door middel van zijn kenmerkende geluid, wat door de gehele stad te horen is. Hij voelt zich wat speels en besluit om wat lager over de stad te vliegen dan normaal. Hij maakt een paar rondjes, maar krijgt plots kramp in een vleugel, waardoor hij noodgedwongen op een pleintje moet landen en bijna een bezorger omver kegelt.

Offtopic:
Aan Madarian de eer om te besluiten of hij die bezorger is of niet :P.
Oei, sorry maat, had ik je bijna te pakken.
Vàilan trekt meteen bekijks, want weinig mensen hebben hem ooit van zo dicht bij gezien.
Hallo. Sommige mensen wijzen naar hem terwijl ze bewonderend naar hem kijken.
't Zal moeilijk worden om vanaf hier weer de lucht in te gaan. Nee, dat gaat denk ik niet lukken. Hij verandert daarom maar naar zijn mensvorm, tot verbazing van menig toeschouwer. Hij wil vooruit lopen maar kukelt pardoes voorover en ligt languit op de stenen.
Auw. "Niet lachen! Het is al weer een tijdje geleden, ja?" zegt hij boos. Hij klopt zijn kleding af, fatsoeneert zijn haren en wil al richting de stadspoort lopen, tot er plots een forsgebouwde landarbeider op hem af komt. Vele van de toeschouwers gaan er meteen vandoor.
"Dat wordt dan vijf goudstukken," zegt de man.
"Mag ik vragen waarvoor?" vraagt Vàilan. De landarbeider blijft voor hem staan en grijpt naar een bijl.
"Zodat ik je niet een kopje kleiner maak!" reageert de man.
"En dat in zo'n nette buurt," zegt Vàilan. "Ik had verwacht dat het er hier wat beter aan toe ging." De landarbeider grijnst gemeen naar Vàilan en wil uithalen, maar Vàilan is hem te slim af. Hij ontwijkt de slag, tilt de landarbeider met zijn rechterhand op en smijt hem een paar keer heen en weer. Vervolgens pakt hij de bijl af en breekt het voorwerp in twee stukken. Hij graait vervolgens de landarbeider bijeen en gooit hem een paar meter van zich vandaan.
"Stom volk," mompelt Vàilan, waarna hij ongehinderd naar de stadspoort loopt alsof er niks gebeurd is.

21-02-13 08:50:59
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Gymir heeft nu een pakket wat naar een boerderij moet net buiten de stad. Madarian gaat op weg. Na een paar straten ziet hij iets groots met een noodvaart op hem af komen. Madarian kan net op tijd wegduiken. Dan hoort hij een stem in z'n hoofd: "Oei, sorry maat, had ik je bijna te pakken." Madarian draait zich om en ziet een griffioen die over z'n vleugel rijft. Hij kijkt met ongeloof naar het dier. Er komen flink wat mensen samen die staren naar de griffioen. Dan verandert de griffioen in een man. Madarian buigt z'n hoofd in ongeloof. Hij kijkt naar de man, die ongemakkelijk opstaat, en weer valt. Als de man weer is opgestaan hoort Madarian "Dat wordt dan vijf goudstukken." De rest kan hij niet verstaan door de opmerkingen van de andere mensen. Een landarbeider komt dreigend met een bijl op de man af. Een nieuw doelwit? Maar dan wordt de landarbeider afgestrafd door de griffioen man. En ook de bijl gaat in stukken. De landarbeider druipt af en verdwijnt in de mensenmassa. De show is over. Nu het pakket bezorgen. Madarian loopt de route in gedachte verzonken zoals Gymir vertelde, die ook door een steegje leidt. Hij heeft de twee ongure types aan het eind niet gezien toen hij erin liep.

21-02-13 16:04:28
nietmeer
Vàilan wandelt, zij het met nog wat ongemakken, zo vlug als hij kan naar de stadspoort. Onderweg kijkt hij wat om zich heen en verbaast zich over het feit dat het wat anders is dan hij zich altijd voorstelde. Hij wordt verder niet lastiggevallen en bereikt de stadspoort, die geheel open is omdat er druk verkeer gaande is van en naar de boerderijen. Vàilan glipt naar buiten en loopt net zo lang totdat hij weer alle ruimte heeft.

"Vrij!" roept hij uit vreugde. Meteen daarop verandert hij weer.
Eindelijk, dit is veel en veel beter. Hij doet wat rek- en strekoefeningen om de kramp te verslaan, en zodra hij zich weer in staat voelt om te vliegen, neemt hij een aanloopje en kiest het luchtruim. Hij vliegt meteen naar het bos, op zoek naar verse herten.

21-02-13 16:56:24
nietmeer
De stad was anders dan hetgeen van buiten. Het leek een heel nieuw wereld te zijn. Overal waar je keek was er iemand om te zien. Dat was heel anders dan Noire gewend was in het wild. Haar ogen traanden wat vanwege de plots felle kleuren. Met half dicht geknepen ogen probeerde zij zich door de mensen heen te banen. Hier viel ze wel op in haar zwarte kleding. Vooral nu Noire haar kap op heeft.
Réynard was ongeduldig met zijn poten te trappelen. Zijn pupillen versmalden constant, waarna ze weer groot werden. Hij likte een paar keer zijn neus om de geuren beter op te nemen. "Stop", piepte hij naar Noire. Zonder verder na te denken stopte Noire midden in de mensenstroom. Iemand botste tegen haar op die alleen één boze blik van Noire kreeg. "Kijk, daar.", fluisterde Réynard. "Een kraampje met eend. Ga erheen."
Voorzichtig liep Noire naar het kraampje toe. Een wat donkere vrouw zat op een stoel. In haar handen had ze een bol wol vast en twee naalden. Het wol had dezelfde felle kleur als de kleden die rond haar kraampje opgehingen lagen. Naast de vrouw was er een kring van steen met in het midden een aantal kolen. Ernaast lag een tafel met drie eenden. De vrouw stond op en keek omhoog naar Noire. Noire was minstens twee koppen groter dan de vrouw. "Goededag.", sprak de vrouw. "Kan ik wat voor je doen?"

Noire zweeg. Ze keek naar het gezicht van de vrouw. De vrouw lachtte, maar Noire kon zien dat het niet gemeend was. Haar huid was verre van egaal. Er zaten veel krassen en rimpels in. Zachtjes begon Réynard te piepen. "Eend", siste hij naar Noire. "Ahm", zei Noire. "Ik wil eend." "Maar natuurlijk.", riep de vrouw. "Komt zeker door die geur. Nou, één eend is vijftien goudstukken." De vrouw pakte alle drie eenden van de tafel en stak haar lege hand uit naar Noire. "Goudstukken?", vroeg Noire. "Ja, vijftien voor één eend. Vijfendertig voor drie eenden." Réynard jankte. "Dat heb je niet, Noire...", zei hij zachtjes.
"Mevrouw, wilt u een eend of niet?", vroeg de vrouw ongeduldig. Réynard jankte en klom van Noire's lichaam af naar beneden. De vrouw keek verschrikt op en greep Réynard vast in zijn nekvel. "Wat doe je?", schreeuwde Noire naar de vrouw en ze wilde haar boog vastpakken. "Hij leeft.", zei de vrouw. "Ik dacht dat het dood was. Dit is een tamme vos. En hij heeft zo'n prachtige haar. Dit is goed bont." Réynard trappelde met zijn achterpoten en probeerde naar de hand van de vrouw happen, waarna de vrouw Réynard naar Noire toegooide. Handig ving Noire hem op. Snel schoot Réynard weer op haar schouders. "De vrouw wilt mij. Ruil me.", fluisterde hij snel. "Ahm", zei Noire weer. "Al die eenden voor de vos?" De vrouw lachtte. "Je maakt een grap. Wil jij een paar eendjes voor een tamme vos?" Voordat Noire luidkeels ja kon zeggen, beet Réynard haar in haar schouder. "Vraag goud. Ik ben het wáárd.", zong hij zachtjes. "Ahm", zei Noire. "Met goud, hè." De vrouw knikte. "Natuurlijk. Drie eenden en vijftig goudstukken lijken mij eerlijk."

21-02-13 17:31:54
nietmeer
Vàilan vliegt net zo lang tot hij bij een open plek in het bos komt. Hij landt zonder al teveel lawaai te maken en sluipt voorzichtig het bos in. Met een grote mate van voorzichtigheid beweegt hij zich door de struiken, tussen de bomen en over kleine paden. Hij ziet even verderop een drietal herten grazen.
Bingo. Vàilan laat zich wat zakken en beweegt voorzichtig richting de herten. Af en toe blijft hij stil zitten. De herten besnuffelen elkaar en komen wat dichterbij. Plots spits een van de herten z'n oren en kijkt een poosje in Vàilan's richting.
Waag het eens. Het hert blijft onnozel kijken en weet niet goed wat het moet doen.
Vàilan sluipt langzaam dichterbij, maar zodra hij per ongeluk op een tak trapt en zijn positie verraadt, slaan de herten op de vlucht.
Barst! Vàilan springt tevoorschijn en gaat achter een van de herten aan. Het beest rent met grote behendigheid overal tussendoor, maar omdat er ruimte genoeg is kan ook Vàilan nog bijblijven. Met een flinke sprong stort hij zich op het hert. Het beest maakt nog enkele doodsgeluiden voordat het bewzijkt. Al vrij snel nadat Vàilan begint met eten, verzamelen zich enkele vogels in de bomen rondom hem, hopend om een stukje van de buit te kunnen meepikken.

21-02-13 18:18:58
nietmeer
Noire pakte Réynard op van haar schouder en gaf hem voorzichtig aan de vrouw. De vrouw lachtte hard en gaf Noire de drie eenden en het zakje met de goudstukken. Even bleef Noire staan. Ze staarde naar Réynard die goed werd vastgehouden door de vrouw. Twijfelend liep ze weg van het kraampje. Noire wist niet wat ze moest doen. Ze had de eenden die Réynard wilde. Ze heeft een zakje met goud dat schijnbaar belangrijk was voor de mensen. Alleen wist Noire niet wat ze ermee moest doen. Ietswat versuft ging ze op een kaal bankje zitten.

"Dit is geweldig.", zei de vrouw. Ze hield Réynard nog steeds stevig vast, terwijl ze in een ton aan het grabbelen was. "Jij gaat mij zoveel opleveren, vosje." De vrouw trok een stuk touw tevoorschijn en maakte er een lus van. Na een paar keer proberen lukte het haar om het touw rond Réynars nek te krijgen. Réynard trappelde, maar dat hield snel weer op toen de vrouw hem in de lucht liet hangen aan het touw. "Gedraag je maar.", zei de vrouw bevelend. "Ik kan je verkopen als huisdier, zo tam ben je. Maar je bont zal ook veel opbrengen, net zoals jouw vlees. Zo vet ben jij." De vrouw porde met haar vinger in het lichaam van Réynard. Voordat hij naar haar kon happen, trok de vrouw hard aan het touw. Ze stond op en sleepte Réynard mee. Vervolgens bond ze hem vast aan een tafelpoot. Réynard jankte zachtjes en ging liggen. "Goed. Je accepteert je lot.", zei de vrouw. Ze ging weer op haar stoel zitten en begon te breien.

Réynard opende zijn ogen. Hij was in slaap gevallen. Hoe kon het ook anders in deze hitte?, dacht hij. Hij wierp een vluchtige blik naar de vrouw. Zij was diep geconcentreerd aan het breiden. Het was al bijna een heel kleed. Mooi zo., dacht hij. Hij bewoog zijn kop voorzichtig naar de tafelpoot. Réynard zag dat de vrouw een makkelijke knoop had gemaakt. Knagen zou te veel opvallen, omdat het wat meer tijd kostte. Als hij goed keek en één maal goed aan de knoop kon trekken, was hij weer vrij.
Réynard likte zijn neus een paar keer nat. Hij kon de geur van Noire nog ruiken. Het domme meisje heeft zich zeker niet gewassen. Réynard zou haar zeker weten vinden. Hij had zijn plan goed uitgedacht en zal gaan smullen van de eenderen.
Voorzichtig bracht Réynard zijn tanden bij de knoop. Hij pakte een deel vast en gaf er een ruk aan. De tafel verschoof erdoor en enkele voorwerpen vielen van de tafel af naar beneden. Verschrikt keek de vrouw op. "Vos!", riep ze. Réynard legde zijn oren angstig plat in zijn nek. Mislukt! Hij nam een stuk van het touw in zijn bek en begon het kapot te bijten. De vrouw zag wat hij van plan was. Ze greep een bezem en stond op van haar stoel. Voordat de vrouw Réynard kon slaan met de bezem, had hij zich vrij geknaagd en vluchtte hij tussen de benen van de vrouw door. Boos riep ze hem nog na.

21-02-13 19:06:00
nietmeer
Vàilan eet rustig door, kijkt af en toe wat om zich heen en maakt zich heel even nergens zorgen over. Zodra hij weer een keer om zich heen kijkt, ziet hij de jongedame waar hij over droomde opeens tussen twee bomen staan. Vàilan kijkt even de andere kant op, en meteen weer in dezelfde richting, maar ze staat er niet meer. Vàilan kijkt naar de overgebleven stukken hert en weet niet zeker of hij wel in het bos wil blijven. Hij eet vlug door en gaat vervolgens naar een klein beekje om te drinken.

Hij bekijkt kort zijn weerspiegeling, en ziet in een ooghoek de weerspiegeling van de vrouw, maar zodra hij opkijkt is ze nergens te bekennen.
Heel erg apart. Wat zou ze van me willen? Hij wast zichzelf kort, drinkt wat en vliegt het bos uit.
Waarom droom ik over die dame...waarom zie ik die dame. Wie is die dame. Wat is die dame. Ik word er zot van. Zodra hij zich weer boven de stad bevindt, laat hij weer van zich horen: "Skriieeeeh!"
Ja, Vàilan. Ze weten wel dat jij het bent, moet je ze dat nou elke keer laten weten? Hij besluit om zijn aanwezigheid voortaan wat minder vaak merkbaar te laten zijn, en begeeft zich weer naar zijn toren, waar hij met een zachte plof op het hooi belandt en in een comfortabele positie gaat liggen. Vrij snel daarna valt hij in slaap.

21-02-13 21:13:03
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Madarian kijkt op en ziet de ongure types. Het eerstvolgende moment dat hij kan herinneren ruikt hij iets sterks. Hij doet z'n ogen open, ziet een silhouet en slaat richting het silhouwet. Raak. Vol in het gezicht. Madarian staat op, probeert weg te rennen en alles wordt zwart. Weer ruikt hij iets sterks. Hij doet z'n ogen open en merkt dat hij zich niet kan bewegen. Z'n armen en benen worden vastgehouden. Madarian probeert los te komen, maar hij wordt te goed vastgehouden door een aantal onbekende silhouetten. Dan worden de sihouetten duidelijker. Het zijn wachters. Madarian wordt rustiger, en de wachters laten hem los. Eén wachter wordt door een arts behandeld voor een gebroken neus. Dan komt de arts dichterbij Madarian, die hem onderzoekt. Er druipt iets roods in z'n ogen. Arts: "Dat worden een paar hechtingen. Enig idee wat er is gebeurd?" Madarian is nog niet helemaal helder en antwoord: "Wat is er gebeurd?" Arts: "Zo te zien ben je op je hoofd geraakt. Een ander zou dood zijn geweest." Dan herinnert hij zich de gezichten van de ongure types. De wachters beginnen vragen te stellen, maar Madarian zegt niets te herinneren. De wachters vragen met hun contact op te nemen zodra hij zich wat herinnert. Na een korte eerste hulp behandeling van de arts probeert hij langzaam te gaan staan. Dat lukt. Hij begint te lopen, en zwalkt nog wat. Dan gaat hij op gevoel een paar willekeurige straten door, en ziet op een afstand de herberg. Op het terras voor de herberg zitten de ongure types, samen met de landarbeider die de griffioen probeerde aan te vallen. Hij gaat op een onopvallend donker plekje staan en houdt ze scherp in de gaten. Het pakketje hebben ze nog en lijkt niet opengemaakt. Hij tast naar z'n wapens. Hij heeft z'n boog nog, maar geen pijlen. De dolken zijn weg, evenals z'n zwaard. En natuurlijk is ook z'n geld weg. Madarian wordt woedend, maar het is bijna niet te zien. Alleen als men goed kijkt naar z'n ogen is de woede te zien. Ik zal jullie krijgen. Ik heb geduld. Jullie zijn voor mij! Eén voor één zullen jullie vallen. Eén voor één...

22-02-13 09:19:21
nietmeer
Beelden van Vàilan's leven flitsen in een droom aan hem voorbij. Plotseling bevindt hij zich weer aan een meertje. Hij kijkt om zich heen en ziet niks. Voorzichtig loopt hij naar het water toe om te drinken, maar zodra hij zijn kop boven het water heeft ziet hij vlak naast zich iemand staan. Hij kijkt meteen opzij en ziet de jongedame grijnzend naar hem kijken.
Wie ben jij? De vrouw haalt haar schouders op en loopt bij hem weg. Haar inktzwarte haren wapperen in de wind en ze begint zachtjes te zingen. Vàilan wil haar volgen, maar merkt dat hij geen kant op kan, alsof hij door een of andere kracht tegengehouden wordt. De jongedame draait zich om en knipoogt naar hem.
"Tot ziens," is het enige wat ze zegt, voordat ze in een zwarte wolk verdwijnt.

Vàilan wordt wakker en maakt wat boze geluiden.
Om gek van te worden. Hij loopt wat rondjes en denkt na. Hij gluurt vervolgens weer over de rand van de toren en probeert die dame te vinden. Hij ziet weliswaar een vrouw in zwart gekleed zitten, maar realiseert zich dat het iemand anders is.
Dat zou natuurlijk veel te makkelijk zijn. Hij springt geruisloos uit de toren en vliegt weer naar het bos, in de hoop om daar zijn droombeeld eindelijk eens in levende lijve tegen te komen.

22-02-13 10:42:07
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Dan ziet hij in de verte een wachter lopen. Ik kan natuurlijk ze aangeven. Dan loopt die wachter naar de drie mannen toe, maakt een praatje en krijgt kleine geldbuidel. Niet dus. Dan staat het groepje op en beginnen te lopen. Madarian volgt ze naar een kleine warenhuis. De drie mannen gaan naar binnen. Madarian kijk even rond. Hij gaat niet door de deur. Dat is te gemakkelijk. Er staat een zijraam open. Hij kijkt voorzichtig naar binnen. Niemand. Hij glipt naar binnen. Er staan meerdere stapels van goederen. Net als hij een hoekje om wil gaan hoort hij de mannen praten, en het geluid komt dichterbij. "Dat was een redelijke buit. Weer een koerier minder. Binnenkort is de concurrent uitgeschakeld." "Tenzij ze er weer eentje vinden. Met al die negatieve publiciteit zou je denken dat er geen hond meer bij ze komt." De mannen komen de hoek om. "En nu aan het werk. We moeten nog wat pakketten bezorgen." "En ik moet weer aan de gang op de boerderij." De mannen splitsen zich op. Eén gaat een kantoortje in, de tweede begint pakketten te sorteren, en derde verlaat de deur. Madarian sluipt naar degene die aan het sorteren is. Hij steelt de dolk van z'n slachtoffer, grijpt z'n slachtoffer van achteren beet zodat hij geen kreet kan slaan, snijdt z'n keel door, en steekt hem een paar keer in de onderrug. Snel fouilleert hij z'n slachtoffer, en sluipt daarna naar het kantoortje. De deur zit dicht. Het bureau zit vlakbij de deur. Zal ik? Madarian doet de deur snel open. Z'n tweede slachtoffer ziet vanuit z'n ooghoeken de deur open gaan. Nog voordat het slachtoffer zicht naar de deur heeft kunnen draaien staat Madarian al bij hem, en steekt Madarian de dolk van onder de kaak door het het hoofd. Snel rent hij naar een raam. en kijkt erdoor. Nog net ziet hij de landarbeider een hoek om gaan. Hij rent naar buiten, doet de deur dicht, en gaat naar de hoek toe. Dan kijkt hij om zich heen. De weg loopt af en er zitten wat bochten in, en er zijn flink wat bomen en struiken aan beide zijden van de weg. Hij loopt met een snelle pas de weg af. Na een paar bochten ziet hij de landarbeider een boerderij op lopen. Er zijn meerdere mensen bezig. Zo te zien is de landarbeider een gewone werknemer. Madarian weet genoeg. Die komt later wel. Hij gaat terug naar het magazijn. Hij doorzoekt het warenhuis en vindt al z'n spullen, en een gedeelte van z'n geld. Het pakketje ligt ongeschonden in het kantoortje. Het had erger gekund. Nu het pakketje bezorgen.

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren!

1 2 3 4 .... 203 204 205 [206] 207 208 209 261 262 263 264

WMRphp ver. 7.1 secs - Smalle versie - terug naar boven