hr
jaargang -24 - laatste artikel 30-4 08:00 - 76048 artikelen -

Home
Forum
Lid worden

Leden
Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Login onthouden

Login via:
Wachtwoord vergeten.

Het Forum

· [MED] Mededelingen
· [SUG] Suggesties
· [M&S] Moppen/Spelletjes
· [CUL] Kunst & Cultuur
· [OFT] Offtopic
· [G&C] Games & Computers
· [WMO] Wat me is overkomen
· [VDS] Vragen des levens
· [POL] Politiek
· [CON] Consumenten forum


moppen en spelletjes - moppen en spelletjes - moppen en spelletjes


1 2 3 4 .... 82 83 84 [85] 86 87 88 261 262 263 264

Fantasy Roleplay

19-02-09 16:51:41
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus voelde onder het rijden dat iedereen hem verdacht. Hij reed dan nu ook achteraan in de groep zonder iemand naast zich. Ondertussen kwam er een raaf aangevlogen en ging op de schouders van Linctus zitten. "Tal' Rasha jij hebt ook geen gedult of wel?" De raaf zei niets. "Ik had kunnen weten dat de Necros zouden proberen een talentvolle necromancer als jezelf zouden proberen om te recruteren." Linctus zag dat de raaf waar hij zo zacht tegen praten een knikje gaf. De rest konden het gesprek niet opvangen en hadden het niet eens in de gaten.

"Het leger van de necros is dus echt dichtbij?" De raaf knikte weer. "Ik begrijp het. Vertel Tal' Rasha maar dat hij de opmars moet vertragen." De Raaf keek Linctus aan. "Ik weet nog niet precies hoe het zit met deze orde. Misschien zijn ze nog wel nuttig voor ons." De raaf knikte alweer. "Ga dan nu en vertel Tal' Rasha dat de stad niet mag vallen voordat ik mijn besluit heb gemaakt. Zeg dat hij een portaal moet klaarmaken net buiten het kamp van de Necros. Ik activeer hem wel als we klaar zijn." De vogel knikte en vloog weg. Zowel Demion als Creanan merkte opeens op dat een raaf wegvloog van de schouders van Linctus. Een zelfde raaf die Linctus in de stad nog had weggejaagd. Ze wisten niet wat ze hier van moesten maaken.

20-02-09 11:36:38
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
*Amber rijdt af en toe snel, en af en toe langzaam. Eens in de zoveel tijd geeft Madarian een seintje door waar hij is, zodat Amber haar route kan bijstellen. Omdat Amber alleen is, reist ze sneller dan het gezelschap. Gelukkig is haar route schuin met het gezelschap, dus ze rijdt naar op een plek wat op de route moet liggen van het gezelschap.*

*Madarian weet niet wat hij van Linctus moet denken. Z'n opmerkingen zorgen er geregeld voor dat Madarian het liefst z'n hoofd wil afhakken. Vooral sinds hij die steen heeft gevonden, maar dat weet Madarian zelf niet. De draak wacht vol ongeduld tot de eerste ziel wordt genomen. Dan komt het gezelschap bij een wegversperring. Een kamp die is opgezet door zo'n 50 bandieten, precies door de pas waar het gezelschap doorheen moet.*

Bandiet: "Wie hier doorheen wilt gaan moet 50 goudstukken betalen. Het is betalen, omkeren of afgeslacht worden!"

Madarian: "Wie wil er eventjes trainen?"

21-02-09 11:24:10
Odysseus
Oudgediende


WMRindex: 500
OTindex: 11.169
S
"Hartverwarmend, hoe sommige mensen andere mensen of wezens een plezier kunnen doen!" Zuchtte Odysseus, die de bui al voelde hangen, en er totaal geen problemen mee had. De 'tolheffer' keek niet-begrijpend van Madarian naar Odysseus, die toch wel erg luchtig deden. Dat was hoogst ongebruikelijk, om het maar zacht uit te drukken. De meeste reizigers waren doodsbang als ze hem tegenkwamen, maar daar scheen deze groep geen last van te hebben. Hij herhaalde zijn vraag maar, voor het geval ze hem niet snapten. Er klonk nu hoongelach, afkomstig van Odysseus. Langzaam liet de reus zijn al net zo reusachtige paard naar de tolheffer lopen. Roshaf brieste in het gezicht van de bandiet, en deze begon zich nu bedreigd te voelen. Odysseus boog zich over de bandiet heen, en begon met een spottende lach en een deftige stem te praten: "Beste man, mag ik u vriendelijk verzoeken ons erdoor te laten? Dit is in het belang van de wereld, en wij kunnen ons geen oponthoud permitteren. Als u ons niet door zult laten, dan zal het u bezuren..." De bandiet wist niet wat hij moest denken. Maar dit genootschap kon nooit sterk genoeg zijn om een serieuze bedreiging te vormen voor Azilrada en zijn 50 rovers (8-)). Dus hij herhaalde nogmaals zijn eis. Dat was voor Odysseus genoeg. Voordat de tolheffer was uitgepraat had Kral zijn hoofd al van zijn romp gescheiden. De andere rovers waren met stomheid geslagen, maar verbazing maakte snel plaats voor woede…

21-02-09 11:49:47
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
*Binnen de kortste keren waren de overige 49 op weg naar het gezelschap. Madarian stapt af en pakt SoulShatter. Het voorste groepje van vier man is nu redelijk dicht genaderd. Madarian schiet een plasmabol af richting het groepje. Raak! De middelste twee bandieten spatten uiteen, de andere twee worden door de kracht van de explosie omver geblazen, en krijgen de volle laag van de lichaamsdelen van de ex-bendeleden, waardoor ze zwaargewond op de grond blijven liggen. Madarian is echter niet verzwakt door het gebruik van de magie. Komt dat door het zwaard of door het harnas?

Intussen zijn ook de anderen afgestapt en maken zich klaar voor het gevecht. Madarian doodt de twee gewonde bandieten. SoulShatter telt af. 998 zielen te gaan! Eindelijk begint het... Madarian voelt zich een beetje sterker. Odysseus laat zich ook alvast gaan tegen het volgende groepje. Al snel zijn alle leden omsingelt door meerdere bandieten...*

22-02-09 14:47:39
nietmeer
"Jammer dat ik niet meer naar je mag staren." mompelt Muad een beetje voor zich uit, terwijl hij het schaamrood van zijn kaken voelt wegglijden. Toch niets. bedenkt hij zich.
Om zijn gedachten te verzetten pakt Muad een werpmes, en gaat samen met Arya op jacht. Het duurt niet lang voordat ze een gewond hert tegen komen, dat ze snel uit zijn lijden verlossen.
Nadat Arya het dier met haar nog aansterkende magische vermogens klaar heeft gemaakt, genieten ze een tijdje van het uitgebreide ontbijt, en snijden ze de rest in stukken voor later.
Dan gaan ze weer op weg. Terwijl de dagen langzaam voorbijvliegen blijft Muad Arya oefenen in het gebruik van haar magie, waardoor ze toch snel sterker wordt.

Na bijna een week lopen begint de omgeving weer drastisch te veranderen. Steeds vaker is de omgeving aangetast door de zware laarzen van oprukkende soldaten. Het wild om hen heen begint schaars te worden, en het riviertje dat ze al een tijdje stroomafwaarts volgen begint rood te kleuren van het bloed dat er in gelekt is.
Muad betrapt zichzelf er ook steeds vaker op dat hij met de hand op zijn zwaard waakzaam rond kijkt, bedacht op gevaar.
"Volgens mij beginnen we in de buurt te komen." zegt hij hardop.
Ze lopen nog een klein stukje verder totdat er een dorpje in zicht komt. Vanuit de tegenovergestelde richting komt op dat moment net een compagnie soldaten in het dorp aan. Gezien de manier van lopen zijn het de ondoden die Necros zo graag gebruikt.

Machteloos moet het paar toekijken hoe de compagnie het hele dorp bij elkaar drijft.
Dan loopt een man in een zwarte habijt naar voren, pakt een meisje van een jaar of 16 bij haar haren. Hij wijst een van zijn ondoden aan, en duwt het meisje in zijn handen. Onmiddellijk begint het wezen haar levend en al op te eten.
Het gekerm en gesmeek van alle aanwezigen, en de doodskreten van het meisje waaien vanaf het dorp naar hen toe.
Als de ondode het meisje op heeft loopt hij naar achter, duidelijk een stuk vitaler, en begint het hele festijn weer van voor af aan. Zo gaat het de hele dag door, totdat alle dorpelingen op een klein meisje van een jaar of 5 na dood zijn.
De necromancer bukt zich voor het doodsbange meisje en pakt haar op.
Dan draait de Necromancer zich plotsleing in de richting van Muad en Arya.
"We weten dat jullie daar zitten!" schalmt er over de vlakte als hij begint te spreken. "Wees verstandig, en geef jullie over! Het zou zonde zijn om jullie te moeten doden!"
Dan begint hij richting Muad en Arya te lopen en de ondoden volgen hem.

Muad staat nog even verbeten toe te kijken, met zijn hand verkrampt om zijn zwaard, terwijl de tranen vrij over zijn wangen stromen. Dan draait hij zich vlug om, en begint de heuvel af te rennen, terwijl hij Arya met zich mee sleept. Als ze beneden zijn remt hij af, en als hij uiteindelijk stil staat veranderd hij in de wolf.
En ik geef me niet over aan Necros! Maar het zou dom zijn om ons leven te vergooien voor dat dorp. Ga op me zitten en houd je stevig vast.
Hij wacht nog even tot Arya stevig zit, en begint dat op volle snelheid van de ondoden weg te rennen.
Dan loopt hij in een grote boog om de compagnie heen, en zo vervolgen ze hun weg.

22-02-09 18:13:56
Pablo
Oudgediende


WMRindex: 1.461
OTindex: 22.116
De nacht had plaats gemaakt voor een nieuwe dag en machteloos keek Pablo toe hoe de meeste schaduwen van hem verdreven werden. Ook Althirs aanwezigheid leek verleden tijd te zijn en Pablo besloot de twee maar gewoon te volgen.

In stilte volgde hij elke actie en keek hij toe hoe ze de natuur ontdeden van een verzwakt leven, om hunzelf te voeden. Bijna een hele week lang had hij zich stil gehouden, gekleed in de schaduwen waar hij zich in begaf om uit zicht te blijven. Hij zag Arya haar magie steeds meer onder controle te krijgen. Voor een deel was hij wel blij voor haar, voor een ander deel wekte het niet meer interesse dan het voor elk andere sterveling zou doen.

De omgeving veranderde naarmate hij het stel bleef volgen en de schaduwen die het niet waagden hem te bedriegen, vertoonde onbetwistbare tekenen van necromancers in de verte. Niet alleen de bewaarders van de nacht brachten die boodschap door, maar ook rivieren lieten zich merkbaar vullen met de rode levensvloeistof. De groei van de natuur begon ook beperkt te worden door grof geplaatste voetstappen van stormende troepen.

Een dorp liet van zijn bestaan weten door een oude kerktoren, die boven de gemiddelde boom uitkwam. Naarmate ze naderden stortte ook andere daken en toppen zich in de strijd, om in het gezichtsveld van de reizigers te komen. Niet lang daarna keek hij toe naar het schouwspel wat ook niet aan de ogen van het paar wist te ontsnappen. Zonder enig sympathie voor de arme zielen die voor zijn ogen werden verslonden hield hij rust. Uiteindelijk zag hij een jong vijfjarig meisje aan de beurt komen, gevolgd door een blik in de richting van overige twee toeschouwers van degene die het feestmaal toediende.

Verrast keek hij toe naar de volgende stap van de twee die zich de heuvel af haastte waar ze schuil hadden gehouden. De ondoden begonnen hun richting op te lopen als de wolf begon te vluchten met zijn geliefde op zijn rug. Hun afstand op de vooruit strompelende ondoden verdubbelde zich meerdere malen en Pablo besloot ze ook maar weer achterna te gaan. Even keek hij op terwijl hij zijn hand hief naar enkele ondoden die zijn pad kruisden. Ze bevroren even en hun lichaam werd lam, duisterheid spreidde zich in het enkele oog dat ze nog hadden en het witte in hun oog verschoot van kleur om zich met de pupil te fuseren.

Vertrouwde schaduwen omringden hem weer, terwijl hij voort moest maken om de twee bij te houden. Af en toe stopte hij even om uit te hijgen, hij was het niet gewend om achter een wolf aan te hollen. Maar langzamerhand begonnen de schaduwen hem een hand of twee te helpen. Zijn fysieke vorm begon steeds vaker voor langere tijd plaats te maken voor een lichte donkere mist. (licht in de zin van gewicht, anders klinkt het zo tegenstrijdig 8-)) Een vorm waarin hij gemakkelijker grotere afstanden kon overbruggen, alleen om te ontdekken dat hij zo, terug in menselijke vorm, met zijn gezicht in de aarde werd gesmeten, telkens als hij zich langere tijd in een belichtte plek begaf.

De mistige vorm wou zich maar niet op laten geven voor een stabielere schaduw en licht bleek het zo vaak genoeg van hem te winnen. Hij bedacht zich dan ook, telkens gedwongen weer als mens door de schaduwen te dwalen, maar al te vaak waarom hij nooit echt serieus wat aan zijn conditie had gedaan. Tot zijn opluchting zag hij opeens het paar weer rustig lopen en hij hervatte het volgen ook weer in looptempo.

23-02-09 07:34:07
Demion
Oudgediende


WMRindex: 4.305
OTindex: 3.487
Offtopic:
waarom doet mij dit, met die bandieten, toch zo denken aan “Fable”? :P
Demion en Ryu hadden genoeg gezien en sprongen synchroon van hun paard. Ze trokken hun wapen en keken elkaar even grijzend aan. Dit werd al gauw gevolgd door een schouwspel van hun aura’s die helder oplichten. De bandieten keken elkaar aan en trokken hun schouders op en doken verder in de strijd. Nu begonnen ook Ryu en Demion, hun zwaarden rond te zwaaien en stormde de groep in om Odysseus en Madarian bij te staan.

Langzaam veranderde de grond tot donker rood als het bloed erover heen stroomt. Ook de bomen hadden het te vergelden. Ze leken gemerkt door bomenkappers, maar dit was geen verf. Ook was het kleine stroompje, wat eerst kristal helder water was, aangetast. Het kleurde langzaam roze als het bloed zich verspreide door het element.

Demion was hevig in gevecht met een groepje bandieten en weerden hun slagen moeiteloos af. Uit het niets werd hij getroffen door een steek in zijn zij. Niet van elk soort van zwaard of wapen, maar door een gevoel, een gevoel dat er iets mis was met de balans van de wereld. Wat was er de laatste tijd allemaal aan de hand?

23-02-09 10:53:20
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Offtopic:
Ik haal af en toe ideetjes uit spellen. Ook al heb ik ook Fable gespeeld, er zijn meerdere spellen waar je een kamp bandieten tegen komt...
*Madarian wordt geraakt door een bandiet in z'n linkerzij, maar hij voelt het niet en blijft vechten. Al snel is de wond genezen. Linctus heeft het echter wel gezien. Demion had tijdens het vechten een steek in z'n zij, en werd vakkundig beschermd door de anderen. Madarian leek eventjes als een bezetene aan het vechten. Zo erg dat de anderen even vreemd naar Madarian aan het kijken waren. Ze weten niet wat ze van Madarian moeten denken, maar ze durven het ook niet aan Madarian te vragen. Linctus kijkt de anderen aan. Dit was iets wat ze eerst onderling moeten bespreken, voordat ze Madarian ermee confronteren. De blik van Linctus zei de anderen genoeg. Al na een minuutje of 10 zijn de bandieten verslagen. De teller van SoulShatter staat op 990.*

23-02-09 12:01:11
MuseMatt
Oudgediende


WMRindex: 3.360
OTindex: 21.667
Creanan besluit ook maar eens wat mee te doen: zijn twee messen schieten uit zijn mouwen tevoorschijn en ontmoeten snel een nek van een bandiet. De regen van bloed raakt Linctus echter en onder veel gevloek trekt die zijn wapen om wraak te nemen: een fontein van bloed spuit uit de buik van een ongelukkige bandiet en raakt Creanan in zijn gezicht.
'Oke oke, zullen we maar stoppen met dit gedoe en snel deze kneuters afmaken?'

Zodra alle bandieten dood zijn, de teller van SoulShatter op 990 staat en zowel Creanan als Linctus weer wat zijn opgefrist reist het gezelschap verder.

Linctus gaat weer naast Creanan rijden.
'Heb jij dat toevallig ook gezien hoe onze vriend Madarian geen wapens meer ontwijkt?', fluistert Linctus zachtjes tegen Creanan.
'Ja, en sterker nog: het leek alsof hij van elke seconde genoot. Ik maak me zorgen, en ik denk dat we Demion op de hoogte moeten brengen.'

Creanan dacht hard na, maar kon geen reden verzinnen waarom Madarian zich zo gedroeg; het leek alsof hij met elke slag die hij uitdeelde steeds onbereikbaarder werd.

'Denk je niet te hard na, elf?', riep Madarian hem toe, die zag dat Creanan nogal fronsde. 'Straks ontploft je hoofd nog!'
Creanan trok zijn kap weer over zijn hoofd en dacht weer wat dieper na.

23-02-09 13:36:02
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
"Creanan" Begon Linctus zacht. "Dadelijk als we kamp opzetten voor de nacht. Moeten wij samen even brandhout gaan zoeken." Creanan keek Linctus aan en knikte. "We moeten inderdaad even praten." Zei Creanan. "Ook over bijvoorbeeld die raaf die je in de stad weg joeg. Die zag ik een tijdje geleden wegvliegen van je schouder." Creanan keek Linctus aan met een blik van [ik heb je betrapt]. Maar Linctus bleef heel rustig en kil naar Creanan kijken. "Dat vind ik nou net weer niet interessant om met jou te delen." Zei Linctus bot.

De groep had zo'n vertraging opgelopen door de bandieten dat ze de tempel niet zouden bereiken voor het donker. Het was immers 1 dag reizen per paard, maar dan wel als je niet opgehouden werd. Ze reden door een stuk bos toen de schemering zich begon aan te dienen. "Zullen we daar bij dat open stuk kamp op slaan?" Vroeg Linctus aan de groep. Demion keek om zich heen. Hij wou het liefst doorreizen, maar Linctus had gelijk. Kamp op slaan was de verstandige keuze nu. In zo'n dicht bos zou men elkaar gemakkelijk in het duister kunnen kwijtraken. Het open stuk waar Linctus het over had was omringt door bos, maar toch voelde het wel veilig aan. De groep stopte en verzorgden de paarden. Daarna zei Linctus dat hij wel brandhout ging zoeken. Creanan ging mee.

23-02-09 20:29:29
Odysseus
Oudgediende


WMRindex: 500
OTindex: 11.169
S
Sporen. Vers. Heel vers zelfs. De groep was hier nog niet zo lang geleden voorbij gekomen. Andrax knielde neer bij een voetspoor, duidelijk afkomstig van zijn prooi. Andrax prijsde zichzelf gelukkig met een prooi die zo slecht was in het verbergen van zijn sporen. Hij volgde het spoor, en kwam uit bij een scenario dat wel heel lastig was om te verbergen. Een bloedbad. Ten minste 45 doden, waarschijnlijk meer. Hoewel, er leefde er nog een. Creperend lag de bandiet tegen een boom geleund. Waarschijnlijk maakte deze zwakkeling zijn laatste minuten door. Beter had het voor Andrax niet uit kunnen komen. Snel liep hij naar de stervende, zijn paard kwam op een draf achter hem aan.

Andrax knielde neer bij de stervende. “Wie heeft dit gedaan?” Vroeg hij, zacht maar duidelijk. Hij wist donders goed wie hiervoor verantwoordelijk was, hij wilde het alleen uit de mond van een ander horen. Met moeite draaide de bandiet zijn hoofd bij. “Waarom zou ik je dat vertellen?” Wist hij uit te brengen. Er verscheen voor een kort moment een grijns op Andrax’ gezicht. “Omdat ik je dan uit je lijden zal verlossen. Heeft deze hel niet lang genoeg geduurd?” De struikrover dacht na. Hij wist dat hij niet lang meer te leven had. Waarom nog wachten? Hij knikte. “Een groep reizigers… Mannen met verblindende aura, elven, een bruut met harnas… En een reus.” “Een reus?” Andrax wist genoeg. Hij was op het goede spoor. Hij riep een kleine aurabol op en drukte deze op de keel van de man. Toen hoorde hij geritsel en gefluister in de struiken. Dit was niet het moment voor een ontmoeting.Tijd om te gaan. Andrax sprong op zijn paard, en stuurde het in een galop richting het volgende teken van Odysseus: een geweldige voetafdruk.

________________________________________________________

Sporen. Vers. Heel vers zelfs. de groep was hier nog niet zo lang geleden voorbij gekomen. De eerste man knielde neer bij een voetspoor, duidelijk afkomstig van zijn vriend. De achtervolgers prezen zich gelukkig met een vriend die zo slecht was in het verbergen van zijn sporen. De eerste man stond op. De tweede man, de leider, keek hem vragend aan. De eerste man knikte. “Het is hem. We zijn in de buurt.” “Dat is maar goed ook. Van dat geren de hele dag word ik ontzettend moe! Wat is dat nou voor gekkigheid? De hele dag achter paarden aanrennen!” piepte de derde, en een stuk kleinere, man. “Je vergeet waar we dit voor doen!” Bromde de vierde man, de reus. Even was het stil. “Sorry. Ik liet me even gaan. Het was niet de bed…” begon de derde, maar de tweede onderbrak hem. “Excuses aanvaard, dit is niet de tijd. We moeten verder.” Daar waren de anderen het wel mee eens. En dus volgden ze het spoor.

Ze kwamen uit bij een bloedbad. Maar het waren niet de lijken en de zeeën van bloed die hun aandacht trokken. Even verderop verdween een zwarte hengst in de bosjes. De eerste dacht de ruiter te herkennen. “Zeg, was dat niet…” De leider begreep wat hij bedoelde. “Ik heb een vermoeden. En ik hoop dat ik het mis heb.” De leider rende naar de plek waar de ruiter vandaan kwam. Daar lag een dode, de brandplek op zijn keel, of wat daar van over was, smeulde nog na. De leider vloekte hartgrondig. Zijn vermoeden nam een vastere vorm aan. Nu moesten ze snel wezen. Heel snel. Als de persoon van zijn vermoeden eerder bij Odysseus zou zijn dan zij, dan zou het hoogstwaarschijnlijk fout aflopen.

En dus renden zij, de Foniadès, snel door, achter Andrax aan, zoekend naar Odysseus. Vijf schaduwen, of zes, met Andrax meegerekend, snel als de nacht.

____________________________________________________


Sporen. Vers. Heel vers zelfs. Dat was niet zo gek, na het gevecht van die middag. Odysseus zat zijn bijl te poetsen, trachtend de bloedvlekken die het blad ontsierden te verwijderen. Zilver mag dan wel een edel metaal zijn, als er eenmaal bloed op zit, dan krijg je het er niet meer vanaf! Dacht hij, enigszins geërgerd. Na enige tijd was het blad redelijk schoon, en maakte Odysseus het zich gemakkelijk, niet wetend wie er allemaal in de buurt waren…

24-02-09 07:52:41
Demion
Oudgediende


WMRindex: 4.305
OTindex: 3.487
Offtopic:
en dan zeuren over mijn lange stukjes :P he Odysseus :P
Al gauw was de nacht gevallen. Het kamp stond op en onze helden konden nog even genieten van wat welverdiende rust na zo’n middag. Demion kon Odysseus bezig zien met zijn bijl. Hij was stiller dan normaal. Creanan en Lintus waren hout aan het zoeken om het vuur hoger op te stoken. De nacht was helder en dus kouder. Een volle heldere maan begroette Demions ogen terwijl hij naar de lucht en de sterren kijkt. “He, hoe gaat het?” vroeg Ryu, die achter een struik vandaan kwam en naast Demion tegen de boom kwam zitten. Demion sloot zijn ogen “gaat wel”. Ryu keek met een schuin hoofd naar Demion “kom op kerel, hoe lang ken ik je al?”. Demion toverde met wat moeite een grijns te voorschijn “…te lang”. Ryu rolde zijn ogen “ja ja… zo ken die wel weer. Wat zit je dwars?”. Demion keek weer naar de maan en snoof de nacht zijn neus in. “Ik ga na een lange tijd eindelijk terug naar huis, maar zo voelt het niet meer”. Ryu trok zijn wenkbrauw op “waar heb je het over? De tempel is wel jouw thuis”. Demion liet zijn hoofd zakken en knikte zacht. Ryu begreep dat Demion even niet wilde praten en stond op. “als je wilt praten…”. Demion knikte, waardoor Ryu zijn weg vervolgde naar het vuur dat verder op de grond verwarmde en verlichte.
------------------------------------------
Op een klif, bij de volle maan staat een man naar de groep te kijken die uitrust na een lange dag. “Deze groep heeft wel heel veel vrienden. Ze worden door meerdere gevolgd, maar waarom?”. Een donkere wolk kwam achter de man opzetten en een necromancer verscheen. “aaaah, je hebt ze al weer gevonden”. De man zei niks en bleef kijken naar het vuur dat ze gemaakt hadden. De man kon voelen dat de necromancer dichter bij kwam, niet alleen al door de geur. “Waarom achtervolg jij mij necromancer? Is het vertrouwen verloren?”. De necromancer lachte zachtjes en legde zijn hand weer op zijn schouder. “Wanneer ga jij je werk doen?”. De man draaide lichtelijk zijn hoofd en schudde de hand van zijn schouder “wanneer het tijd is”. De necromancer keek geïrriteerd en liep terug naar de donkere wolk achter hun. “Jij gaat je taak doen en snel”. Met deze woorden verdween hij weer in de wolk, die ook op zijn beurt verdween.
-------------------------------------------
Demion zat nog steeds tegen de boom. Zijn hoofd was nog naar de grond gericht, maar werd geheven door een stem. “Demion?”. Het was Ryu weer. “wil jij ook wat eten?”. Demion knikte en stak zijn arm uit om de spies met vlees aan te pakken. Demions ogen werden groot en de tijd leek langzaam te gaan. In zijn ooghoek kon hij nog snel een glinster opmerken. Snel dook hij naar achteren tegen de boom aan. Een werpmesje kwam met razende snelheid vlak tussen zijn benen de grond in. Het ging zo hard dat er een kuiltje ontstond en er een berg stof op kwam waaien. Demion keek op naar een klif die net voor de volle maan lag. Opnieuw kwam er een glinster vandaan. Demion wilde opzij duiken, maar het hoefde niet weer. Het mesje was al ingeslagen.
---------------------------------------
Het eerste mesje trof de grond. Ryu trok zijn zwaarden, sprong op de grond en keek rond “Waar kwam dat vandaan?!”. Snel keek hij naar Demion die tegen de boom aan gedrukt zat. Een werpmesje zat vlak naast zijn hoofd in de boom geboord. Een stroompje bloed vloeide van zijn rechter schouder naar benenden, waar het mesje langs geschaafd was. “Gaat het?!” riep Ryu die aan kwam snellen. “Gaat het?!…. Demion?!”. Demions blik bleef naar de klif gericht waar een gedaante stond. Voor de volle maan was hij goed te zien. Nu kwam Odysseus ook aansnellen met bijl in de hand. Hij had de commotie gehoord, maar toen hij opkeek was het al weer gebeurd. Ryu draaide zich om en zag waar Demion naar keek. De man draaide zich om en zijn cape bedekte een groot stuk van de maan. Na een paar stappen was hij verdwenen.

Odysseus reageerde wat geirriteerd "kunnen we dan nooit rust krijgen?". Ryu keek nu Demion aan die nu ook naar Ryu keek. “wie of wat was dat?” vroeg Ryu. Demion schudde zijn hoofd "geen idee wie dat was, maar als hij of zij mij dood wilde, dan had het makkelijk gelukt, denk ik zo".

24-02-09 10:00:38
Odysseus
Oudgediende


WMRindex: 500
OTindex: 11.169
S
Offtopic:
zeuren? ik? welnee(A)
Hier was iets niet in de haak. Dat zou zelfs een jongeling begrijpen. Die man met zijn cape zouden ze zeker nog terugzien. Maar waarom niet in een keer toeslaan? Odysseus begreep het niet. Deze queeste zat vol met vreemde wezens. Het begon al aardig te wennen dat ze continu gestoord werden door van alles en nog wat, maar hij kon het toch niet laten om er even over te klagen.

Hoofdzaak was dat Demion slechts licht gewond bleek. Odysseus kreeg het gevoel dat dit niet de eerste aanvaring vannacht zou zijn, en besloot op wacht te gaan staan. Hij zou gelijk krijgen.

____________________________________________________

Het zat Andrax mee. Duidelijke sporen, en nog vers, en dan was er ook nog de volle maan, zodat Andrax op zijn sterkst zou zijn. Hij spoorde zijn hengst nog maar wat aan. Hoe sneller hij bij Odysseus zou zijn hoe beter...

____________________________________________________

Volle Maan. Foute boel. De leider wist wat dit betekende. Nu werd het zeer ernstig. Ze moesten eerder bij Odysseus zijn, of in ieder geval binnen een minuut afstand zijn. Veel langer zou Odysseus het niet redden. En dus rende hij nog harder

24-02-09 12:35:25
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
*Madarian had de gele rit al last van z'n harnas. Het zat niet echt lekker meer. Toen ze eindelijk het kam opzette keek hij naar het ding. Een snee in de linkerzij? Wanneer was dat nou weer ontstaan? Hij maakt het harnas mat de middelen die hij heeft. Het ziet er nog niet uit, maar het werkt wel. Even wat eten... Het wordt wel erg snel donker. Madarian stuurt z'n locatie door naar Amber, pakt z'n kooi en activeert deze op een beschutte plek. Een paar minuten later verandert hij weer in de weerwolf. Dan wordt Demion aangevallen. De wolf gromt en wil achter de aanvaller aan gaan, maar die kooi houdt dat tegen. Odysseus houdt daarna de wacht.*
---
*Amber had gepland om hier de paden te kruisen van de anderen, maar er is niemand. Er zijn wel flink wat sporen. Ze volgt de sporen en komt bij het bandietenkamp. Wat een stank! het begint donker te worden, maar de anderen zijn niet ver meer. Daar moet een kamp zijn waar ze kan overnachten. Ze doet een vizier op die ze ooit van Madarian gekregen heeft.

Dat vizier heeft haar al zoveel keer gered van gevaar, vooral toen ze de kost als dievegge en moordenares moest verdienen. Toen Madarian daar achter kwam, wou hij dat ze zou stoppen. Dat kon niet zolang de leiders van de moordenaarsgilde leefde. Samen met Madarian waren de leiders snel uitgeschakeld. Ze zou door de hel gaan om Madarian bij te kunnen staan als het moest, en ze wist dat Madarian precies hetzelfde zou doen voor haar.

Amber keek wat beter naar de sporen. Aantal ruiters... Wat een gigantisch paard! Hier stappen ze af... De sporen van de bandieten... Geen sporen van Arya of Muad... Van wie zijn die sporen nou weer? Zeven onbekende sporen? Ze worden gevolgd! Dit moeten ze zo snel mogelijk weten!

Amber: Madarian, ben je daar? Jullie worden gevolgd!

Madarian: Woef, grr... Arf arf!

Amber: Sh*t! Vergeten! Hoe heten die anderen ook al weer? Muad en Arya zijn niet bij de groep... Dan moet ik haast maken om het ze zelf te vertellen!

*Amber stijgt weer op en laat het paard in draf verder lopen. Sneller zou niet gaan in het donker, tenzij... Amber graait in haar rugtas. Ze pakt nog een vizier en doet deze voor de ogen van het paard. Dan test ze uit of het paard beter kan zien. Ze ziet een aantal dikke takken op de grond liggen, en stuurd het paard daarop af. Het paard stapt precies tussen de takken. Het werkt dus! Amber laat het paard nu wat sneller lopen.*

24-02-09 21:27:01
Arya
Oudgediende


WMRindex: 746
OTindex: 40.038
De beelden van wat er in dat dorp gebeurde bleven nog een hele tijd in haar hoofd rondspoken, ook toen ze van de rug van de wolf afstapte omdat het weer tijd was om te gaan rusten voor de nacht. tijdens het Reizen op zijn rug had ze geprobeert het uit haar hoofd te zetten, maar ze was er niet in geslaagd. Die nacht sliep ze zo dicht mogelijk tegen Muad aan, en uiteindelijk viel ze in slaap.

In haar slaap hadden de beelden en gedachten haar echter niet met rust gelaten. Arya had zich verplaatst in het kleine meisje van vijf, de laatste dorpeling die over was gebleven na de vreselijke slachtpartij die ze van een afstand hadden aanschouwd. nu stond zij daar, waar het kind had gestaan, zonder enige mogelijke vorm van verdediging. iets greep haar vast aan haar kraag, en toen ze werd omgedraaid keek ze recht in een leegte, een leegte waarin behalve een dodelijke leegte twee brandende plekken te zien waren. diezelfde twee brandende plekken leken haar aan te kijken, en alles vanbinnen in brand te zetten. haar spieren, haar bloed en ahar hart stonden allemaal in de fik, terwijl alle zenuwen overuren moesten maken om elk signaal van pijn te vergroten naar de marteling. het leek een eeuwigheid te duren voordat het ophield. pas toen ze naar het monster werd gedraait hield de pijn op, omdat die twee brandende ogen niet meer recht in de hare keken. echter het monster, zo het leek, sperde zijn mond wijdopen. in zijn keel brandde hetzelfde vuur, dezelfde verdoemenis.

Arya wilde schreeuwen, maar het leek alsof alle lucht uit haar longen was geperst en ze geen adem meer kon halen. pas toen ze een bekende zachte aanraking voelde stopte de nachtmerrie. Arya opende haar ogen en keek muad recht aan. ze was bezweet van de angst, alles had zo echt geleken, maar zijn lieve goudkleurige ogen maakte dat ze langzamerhand weer rustig werd.

24-02-09 21:52:27
nietmeer
Terwijl hij en Arya zich klaar maken voor de nacht, heeft Muad eindelijk de tijd om na te denken over wat hij gezien heeft. Al die tijd was zijn enige gedachte geweest dat hij weg moest van die plek, ver weg, steeds verder weg, maar nu ze even rust hebben storten de herinneringen zich op hem als een roedel hongerige wolven.
Als hij naast Arya ligt, merkt hij aan haar dat zij het er ook moeilijk mee heeft, en hij omhelst stevig. En zo vallen ze gezamenlijk in slaap, terwijl de wolf weer de wacht houd.

Als Muad zijn ogen weer open doet, staat ook hij in het dorp. Voor hem staan de dorpelingen, achter hem het leger. Dan ziet hij zijn arm naar voren gaan, en grijpt de arm een van de dorpelingen bij haar haren. Het blijkt het eerste meisje te zijn dat aan de ondoden gevoerd zou worden.
Tot zijn eigen schok schiet daarna diezelfde arm naar achteren, waardoor het meisje door de lucht vliegt, om even later opgevangen te worden door een ondode.
Nee! roept hij in gedachte uit, terwijl de ondode aan zijn bloedige werk begint. Muad merkt dat het gegil van het meisje een onverwachte snaar in hem raakt. Hij baadt in het geluid. Het bloed dat hem raakt zorgt voor ongekende sensaties. Hij begint zelfs te merken dat hij opgewonden raakt door alle sensaties, geluiden en het bloed.
Nee! denkt hij nogmaals. Dit is niet echt! Ik droom!
Als de ondode klaar is, voelt hij weer dat zijn arm uitschiet naar de volgende dorpeling.
Geschrokken probeert Muad de arm tegen te houden, en hij merkt dat de arm even hapert. Maar hij kan er weinig tegen doen, ook de volgende dorpeling wordt opgegeten.
En nou kappen! Dit is mijn droom! En ik beslis wat hier gebeurt! schreeuwt hij plotseling uit in zijn droom.
Tot zijn verbazing reageren de dorpelingen op hem. Ze springen verschrikt achteruit.
Weer merkt hij dat de arm weer begint te bewegen, maar nu is hij de arm voor, en hij klemt hem strak tegen zijn lichaam aan.
Met een kwaad gezicht stuurt hij de dorpelingen het dorp uit, en kijkt hij naar de heuvel waar hij weet dat hij daar samen met Arya had gestaan, en ook nu ziet hij 2 gestalten staan.
Hij hoort zichzelf de ondoden commanderen, en langzaam maar zeker vormen ze rijen en lopen ze naar de heuvel toe.
Dit dorp is gered. denkt hij bij zichzelf, terwijl hij zich ook bedenkt dat het maar een droom was.

Dan voelt hij plotseling een aanraking. Hij wordt wakker, en slaat zijn ogen open, net op het moment dat Arya wakker schrikt.
Hij legt al zijn liefde in zijn gezicht, en kijkt haar aan.
"Rustig maar, liefste. Het was maar een droom. Rustig maar."
Hij blijft tegen haar fluisteren, terwijl ze langzaam maar zeker kalmeert. Pas als ze volledig gekalmeerd is stopt hij met zijn mantra.
"Kijk me nu recht in mijn ogen, en verlies jezelf erin. Dan neem ik je mee op een mooie reis."
Hij kijkt zijn liefste intens in haar ogen, ziet dan haar blik wazig worden, en voelt haar bewustzijn bij hem naar binnen glippen.
Hij neemt haar bij de hand, en neemt haar mee naar zijn oude bekende groene wereld, waar ze in alle rust uit kan rusten, zonder gestoord te worden door nachtmerries of ander gespuis.

24-02-09 22:05:54
Arya
Oudgediende


WMRindex: 746
OTindex: 40.038
een bekende plek.. Arya merkte dat ze de plek maar al te goed kende, en na een seconde wilde ze haarzelf het liefst voor haar hoofd slaan. de groede wereld, de plek waar ze voor het eerst kennis had gemaakt met de tweede kant van Muad, Dhib genaamd. de plek waarvanuit ze hem eens had moeten redden, en de enige plek die ze alleen met hem kon bereiken. Arya wist dat ze het nodig had, maar dat ze nog lang niet alles gezien had wat er kon gebeuren. Stilletjes vroeg ze af wat hij had gedacht, waarover hij had gedroomd, want al keek hij haar zo liefelijk en kalm aan, ze had een klein zweetdruppeltje over zijn gezicht zien lopen.

Zonder een woord te zeggen ging Arya goed liggen, en deze keer kwamen er geen dromen of nachtmerries om haar rust te verstoren. In de ochtend werd ze wakker, met alleen herinneringen aan een prachtig landschap, zijn landschap. met nu een kleine glimlach ging ze met haar hand over zijn wang, want hij leek nog te slapen. " Muad, Mijn lief. word eens wakker?" Zachtjes gaf ze hem een zoen op zijn wang. " Misschien is het handig als weer weer een stuk verder gaan."

24-02-09 22:20:43
nietmeer
Zowel in het echt, als in zijn groene wereld valt Muad weer innig verstrengeld met Arya in slaap.
Zonder enig obstakel weet hij de volgende ochtend te bereiken, en wordt tegelijkertijd met Arya wakker. Hij ziet dat ze hem een zoen op zijn wang wilt geven, maar hij draait snel bij, zodat hij een zoen kan stelen.
"Dit is pas een manier om wakker te worden." reageert hij dan ook met een grote grijns op zijn gezicht. "Was de tweede helft van de nacht voor jou ook een stuk rustiger?"
Rustig staat hij samen met haar op, en al snel zijn ze weer op weg.
Omdat ze haast hebben is Muad weer in de wolf veranderd, en zit Arya weer op zijn rug.
En op die manier leggen ze vele mijlen tussen henzelf en het leger ondoden.
Tot hun grote schrik merken ze dat alle dorpen die ze op hun route tegen komen op dezelfde manier leeg gemoord zijn.
Na nog een week reizen komen ze eindelijk weer in een grote bewoonde stad. In die stad konden ze merken dat hun vrienden hier geweest waren. Vooral de nog niet gerepareerde voetafdrukken van Odysseus in de weg waren niet te ontkomen.

25-02-09 12:45:12
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus en Creanan waren nu een flink stuk van het kamp verwijdert. "Ik denk dat het hier wel veilig is." Zei Linctus. Creanan keek rond en knikte. "Waarom heb je dat elvendorp uitgemoord?" Linctus keek Creanan aan. "Dat komt zo wel. Eerst wil ik vragen wat we doen met Madarian." Creanan keek Linctus aan. "Hoe bedoel je wat we met Madarian doen?" "Nou" Begon Linctus. "Die steen in zijn zwaard. Het doet me ergens aan denken. Ik denk dat die steen Madarian ongemerkt beïnvloed. Ik herken die steen ergens van, maar ik kan het niet thuis brengen. Echter heeft een vriend van mij wel een boek waar het misschien in staat." Linctus keek Creanan aan. "Hoe dan ook, ik weer zeker dat die steen het kwade dient en niet het goede. Dus we moeten het vernietigen"

"Nu mag je je vragen stellen elf." Linctus ging tegen een boom aanhangen. "Hoe zit dat nou met jou? Waarom zou ik Balrak de elvenslachter niet nu moeten vermoorden." Creanan was het bijna vergeten dat Linctus verantwoordelijk was geweest voor het vermoorden van een totaal elvendorp. Maar nu hij er weer aan dacht werd hij gevuld met woede. "Om dat uit te leggen moet ik je eerst iets anders vertellen." Linctus keek Creanan nu serieus aan. "Dit is het hart van mijn clan." Linctus dook ondertussen in zijn zak en haalde een ketting met een fel gekleurde steen eraan uit de zak. "Deze steen bezit een enorme hoeveelheid aan kracht. Deze stenen zijn vanuit de hemel aan de mensheid geschonken. Deze stenen werden gegeven om de krachtigste demonen uit deze wereld te bannen. Echter werden deze stenen na hun nobel doel gezocht door machtsbeluste personen." Linctus slikte even. "Hierna is besloten dat deze stenen nooit meer gebruikt mochten worden en beschermt moest worden. Daarom is in het geheim zo'n 1200 jaar geleden de Warriv clan opgericht. Het doel van onze clan is om alle 6 de stenen te beschermen. Dit is goed gegaan. Tot zo'n 400 jaar geleden. Onze clan werd opgejaagd en vermoordt in allerlei verschillende steden. Kort hierop begon de aanval op ons kamp. De elvenheer Luan leidde de aanval. De elf was op een of andere manier achter ons geheim gekomen en eiste de stenen op voor zichzelf. De gedachte van al die macht had hem gek gemaakt. Na de 2e week van belegering wisten we dat we het nog maar een paar dagen zouden volhouden. Als een van de hoogste generaals in het leger kreeg ik de taak om de belegering te breken. Hierop sloop ik weg langs de posten van de elven en ging naar het dorp van Luan. Hier vermoorde ik elke vrouw, kind en oudere die ik tegen kwam. Het leger van Luan werd hier zo door getroffen dat de belegering gebroken werd. Ze trokken zich terug en ronselde bij andere elvenheren legers op om Balrak de elvenslachter te vangen. De slachter die zonder reden onschuldige elven slachte. Maar ik kon niet mijn eed bevuilen. De stenen beschermen was het belangrijkste."

Creanan slikte even. Linctus ging gewoon verder. "Hierna hebben we besloten dat de Clan nog meer verscholen te werk moest gaan. Het archief is verdeeld. De stenen zijn verspreidt over de wereld bij verschillende leden van de clan. Nog steeds zijn wij een clan met een enorm bereik en achterban. Maar niemand die het weet." Lincus dook in zijn zak en haalde een tweede gekleurde steen eruit. "Zo was de beschermer van deze steen ook uit op macht. Maar dat heeft hij moeten bekopen met zijn leven." Linctus stopte de stenen weer terug. "Ik heb het eeuwig leven geschonken gekregen door verschillende magie waarom ik nu niet wil uitwijden." Creanan keek Linctus aan en Linctus bleef stil. Wachtend op de vragen die Creanan ongetwijfeld had.

25-02-09 20:03:07
Arya
Oudgediende


WMRindex: 746
OTindex: 40.038
" het zijn inderdaad de afdrukken van Odysseus.." Arya keek naar de voetafdrukken van de reus, terwijl er een glimlach op haar gezicht verscheen. " we weten in ieder geval dat we de goede kant op lopen." Ze ging afwezig met haar hand naar het zakje waarin de steen zat die ze de weg aanwees, en keek daarna weer naar Muad. Aan de ene kant had ze verschrikkelijk veel zin om haar vrienden weer te zien, maar de tijd die ze alleen met Muad had doorgebracht was prachtig geweest. aansluiting bij de groep zou waarschijnlijk voor een hele tijd het einde betekenen van dergelijke tijden. zelfs Dhib had zich koest gehouden na het meer.

"He Muad.. denk jij dat het ooit afgelopen zal zijn? Demion heeft nu problemen met die necromancer, en dat hele gedoe met de tamplar. maar er lijken wel elke keer nieuwe dingen op te duiken, en dan ook Precies telkens op ons pad. kunnen ze niet iemand anders gaan treiteren?"

25-02-09 21:51:08
Odysseus
Oudgediende


WMRindex: 500
OTindex: 11.169
S
Zo snel als zijn zwarte hengst durfde te rennen stoof Andrax door de nacht. Hij kon Odysseus bijna ruiken. Hij hoorde vaag een boodschap, gericht aan de weerwolf. Het was moeilijk te horen, maar goed genoeg om te begrijpen: de zender was hem op het spoor. Hij hoopte vurig dat de weerwolf de rest niet zou waarschuwen, dat zou vervelend uit kunnen pakken. Gelukkig voor hem was dit niet het geval: Andrax zag Odysseus al tussen de bomen door. Alleen. Beter had het niet kunnen wezen! Andrax sprong van zijn paard en kwam uit de bosjes tevoorschijn. Meteen keek zijn prooi op, maar hij leek nauwelijks verrast. “Zo, ik begon me al af te vragen waar je bleef, Andrax. Ik neem aan dat je hier bent om me te vernietigen?” “Goed geraden, m’n beste. Nog een paar laatste woorden?” “Nee, ik geloof van niet.” Odysseus stond op, pakte zijn bijl en ging in aanvalshouding staan. “Of toch wel: kom het maar halen!” “Zoals je wenst.” Zei Andrax, net zo koel als Odysseus, en pakte zijn zwaarden. En zo begon het gevecht.

_

Niet ver daarvandaan renden de Foniadès op volle snelheid. Als ze maar niet te laat waren… Lichtflitsen waren al te zien….

26-02-09 15:46:05
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
*De weerwolf probeerde de aandacht te trekken van Odysseus, maar die hoorde de weerwolf niet. Dan komt Andrax de struiken uit, en Odysseus vecht met hem. De anderen worden wakker van het gehuil en geblaf van Madarian...*

*Amber hoort in de verte vechten. Amber geeft het paard de sporen, in de hoop op tijd te zijn om de anderen te helpen.*

26-02-09 18:34:30
Odysseus
Oudgediende


WMRindex: 500
OTindex: 11.169
S
Het duurde niet lang voordat Andrax de overhand kreeg. Hoewel Odysseus zich goed verdedigde, was hij niet opgewassen tegen de veel snellere zwaarden van Andrax. Het zou wel niet lang meer duren. Andrax blies Odysseus naar achteren met een witte bol van aura. Hij kwam hard terecht, en voordat hij op kon staan stond Andrax al voor hem. “Nou, dat was het volgens mij wel.” Van Andrax’ gezicht vielen geen emoties op te merken, maar zijn helblauwe ogen, met die vreemde, ovalen pupillen glinsterden. Blijkbaar was hij blij dat zijn missie geslaagd was. Hij maakte zich klaar voor de genadeslag. Maar toen klonk er weer geritsel in de bosjes. Een man sprong tevoorschijn. En nog een. En nog een. En nog twee! Andrax, verrast door deze plotselinge verschijning, onderbrak zijn aanval en keerde zich tot de vijf zojuist verschenen wezens. “Wel, wel. Als dat niet Athis en zijn Foniadès zijn…” Zei hij spottend. De leider reageerde: “Het is ook leuk om jou weer eens te ontmoeten, Andrax.” Zei hij op bittere toon, met zijn kiezen op mekaar geklemd. Odysseus kon geen woord uitbrengen van verbazing. Athis! Dat hij die ooit nog eens zou zien! Dat had hij zeker niet verwacht, maar het wederzien kwam zeker goed uit. Ook Demion, Ryu, Linctus, Creanan en Phæn kwamen kijken wat er aan de hand was. En uit de bosjes kwam nu ook nog een vrouw te paard. Odysseus had haar op de dag van de ontmoeting al gezien, maar wist haar naam niet. Het was nu 12 tegen 1. Dat was iets te veel voor Andrax. “Ontroerend. De hele groep verzameld zich.” Hij keek even de groep af. “Ik mis er nog twee, komen die ook nog uit de bosjes tevoorschijn, of was dit het wel weer?” Hij bleef koel, en schijnbaar niet geïntimideerd door de overmacht.

26-02-09 20:27:38
nietmeer
"Ik denk dat het pas afgelopen is, als we die Necros verslaan, of als we onze vrienden in de steek laten." antwoord Muad gelaten op haar vraag. "Maar ooit, ooit zullen we van al dit gezeik af zijn, en samen zielsgelukkig een huisje aan een meer hebben, met een paar kleine Aryaatjes en Muadjes die rond rennen en aan elkaars haren trekken, terwijl Dhib eenhoorn-stront schept in de stallen."
Eenhoorn-stront scheppen? Man, zou je willen! reageert Dhib duidelijk gepikeerd.
"Hey, Dhib, ben je d'r ook weer? Als je bang bent voor de eenhoorns, kunnen we ze ook wel even ergens anders onderbrengen hoor, terwijl jij aan het scheppen bent." antwoord Muad met een gniffel in zijn stem.
Met pretlichtjes in zijn ogen kijkt Muad Arya weer aan, maar al snel doven ze weer.
"Maar tot het zover is, zullen we moeten roeien met de riemen die we hebben... Laten we ons nu eerst maar eens zorgen maken om onze bruiloft, hoe we dat levend halen, en hoe we ervoor kunnen zorgen dat Dhib niet mee geniet op onze huwelijksnacht." zegt hij uiteindelijk, met een knipoog.

Nadat hij uitgesproken is, begint hij weer te lopen, en volgt hij de gigantische voetafdrukken van Odysseus door de stad.
Nadat ze wat te eten hebben gehaald lopen ze richting dezelfde poort als die waar de groep doorheen is getrokken.
Aan de poort worden ze even tegengehouden, maar al snel trekt er een blik van herkenning over het gezicht van de wacht.
"Ah, jullie moeten Muad en Arya zijn. Jullie werden verwacht. Wachten jullie een momentje?"
De wacht wacht niet eens op antwoord, maar roept meteen een van zijn kameraden, die met een stel paarden aan komt rennen.
"Jullie moeten nogal een endje, vandaar" verklaart hij zichzelf, en doet dan de poort open.
Muad en Arya stijgen op, en gaan achter de groep aan.

26-02-09 22:49:03
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
*Amber komt in vol galop op het strijdtoneel. Ze herkent de reus, maar z'n nam was haar ontgaan. Behendig stijgt ze af met getrokken zwaard, zonder dat ze het paard stopt. Heel even lijkt het op zes tegen twee, aangezien ze niet wist of ze vriendelijk waren. Maar al snel bleek dat het 7 tegen 1 was, en daar kwamen de anderen aan. Amber stopt haar zwaard weg en pakt haar boog, aangezien de anderen vooral zwaardvechters zijn. Ze richt een pijl op Andrax. *

Amber: "Ik mis behalve Muad en Arya nog 1 persoon, volgens de sporen die ik heb gezien. Waarom val je die reus aan? En ik raad aan om snel te antwoorden, voordat m'n arm moe wordt.."

*Andrax lacht en wil niet antwoorden. Amber vuurt de pijl af. Een magische barriëre van Andrax liet de pijl een beetje van koers gaan. Andrax kan de pijl bijna ontwijken, maar net niet helemaal. Schampschot. Dan valt Andrax op de grond. Het is één van haar speciale pijlen: doordrenkt met verlammend vergif. Hoe lang de verlamming werkt hangt af van de persoon, maar in het verleden vermoordde ze iedereen die door een pijl geraakt werd voordat het gif was uitgewerkt. Amber trekt een dolk, loopt naar Andrax toe, en houdt die dolk erg dicht bij de edele delen van Andrax.*

Amber, zo sarcastisch mogelijk: "Misschien vroeg ik het net niet vriendelijk genoeg. Zou je me alsjeblieft willen vertellen waarom je die reus aanvalt?"

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren!

1 2 3 4 .... 82 83 84 [85] 86 87 88 261 262 263 264

WMRphp ver. 7.1 secs - Smalle versie - terug naar boven