hr
jaargang -24 - laatste artikel 30-4 08:00 - 76048 artikelen -

Home
Forum
Lid worden

Leden
Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Login onthouden

Login via:
Wachtwoord vergeten.

Het Forum

· [MED] Mededelingen
· [SUG] Suggesties
· [M&S] Moppen/Spelletjes
· [CUL] Kunst & Cultuur
· [OFT] Offtopic
· [G&C] Games & Computers
· [WMO] Wat me is overkomen
· [VDS] Vragen des levens
· [POL] Politiek
· [CON] Consumenten forum


moppen en spelletjes - moppen en spelletjes - moppen en spelletjes


1 2 3 4 .... 94 95 96 [97] 98 99 100 261 262 263 264

Fantasy Roleplay

14-04-09 15:45:17
Odysseus
Oudgediende


WMRindex: 500
OTindex: 11.169
S
Offtopic:
Madarian, je hebt geen idee hoeveel je me net geholpen hebt:D
"Gargoyles! De Gargoyles komen! De gevleugelde schaduw is er!"

Het was een verkenner, buiten adem, maar toch genoeg zuurstof vindend om te schreeuwen, die alarm sloeg. Een van zijn maten bleek door de vervloekte wezens te zijn meegenomen. Al snel was heel de stad in rep en roer. Als de verkenners geloofd moest worden, was het leger der Necro’s vele malen groter dan dat in de stad, de versterkingen meegeteld. De Necro’s hadden alles uit de kast getrokken. Zelfs Trollen en Gargoyles waren opgeroepen.

Je zou bijna denken dat de Zwarte Hand zelf gekomen was.

Odysseus wist via Linctus dat het weinig scheelde: het was zijn Luitenant, wiens naam niemand bekend scheen. Het bergvolk noemde hem Caitân Huèn, de Dode Kapitein in de algemene taal.

Die Gargoyles... Oude vijanden van Odysseus’ volk. De Gargoyles kwamen uit de diepste grotten onder de Bergen, en kwamen bij nacht naar buiten, als vleermuizen, met hun vlezige vleugels en schelle roep, en bestookten de bergbewoners met klauwen en tanden. Slechts weinigen buiten het Ras van de Bergen wisten hoe deze wezens te verslaan waren als ze eenmaal in steen veranderden. Odysseus, als mosterdoder, wist het wel.

Een ding stond nu onwrikbaar vast: zelfs met de hulp van de Warriv, de Koninklijke Garde, de Tempel, en het Reisgenootschap zou Leavington niet overwinnen, tenzij een mirakel zich zou voordoen.

Een mirakel... Dat is wat we nodig hebben. En wat ik heb voorzien. Dacht Odysseus, en hij riep Themesius bij zich.

"Broer, luister goed. De overmacht van de Vijand is te groot voor ons. Extra hulp is nodig, hoewel ze het hier misschien niet beseffen. De Gargoyles zijn er, en ik geloof niet dat er hier ook maar iemand is afgezien van ons beiden die weet hoe we van ze af moeten komen. Ga naar onze oom, en zeg dat je broer door Gargoyles word belaagd in Leavington. Ik denk dat hij het zal begrijpen. Ga nu, en rijd op Roshaf, hij zal het toestaan. Haast is geboden, zeg dat ook tegen oom Arceseus. Rijd licht en rust weinig. Ben ik duidelijk?" Sprak Odysseus, snel en zacht. Zijn broer knikte. "Ik snap wat je bedoelt, en je hebt zoals vaker gelijk. Ik zal zo snel als mogelijk terugkeren, hopelijk met waar je op doelt." Themesius liep al weg, maar Odysseus riep hem terug. "Zeg oom Arceseus ook, dat nood eed breekt, en dat ik daarvan kan getuigen." Even werden Themesius’ ogen groter, maar toen knikte hij. "Vaarwel broer. Hopelijk zien we elkaar weer terug." "Al zouden al de Gargoyles en Zwarte Kapiteins van de wereld tussen ons staan." Themesius grijnsde grimmig, en rende weg, gaten in het pad achter latend.

Demion sprak Odysseus aan. "Nu is het jouw beurt om te vertellen wat er aan de hand is. Je spreekt in raadselen. Wat is er aan de hand?" Vroeg hij. Odysseus keek Themesius na, met een spoor van verdriet in zijn ogen, wat alleen Demion kon zien, en ook zag. "Je zult het zien Demion, nog voor de slag voorbij is, hoop ik." Demion wisselde van onderwerp. "Ik denk dat we maar beter Linctus op kunnen zoeken."

Offtopic:
ik kan me de laatste keer dat ik zo’n stuk heb geschreven nauwelijks herinneren.:P

14-04-09 17:16:32
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus was al op de stadspoort geklommen en begon direct met bevelen te geven. "Beman de muur, sluit de poort, breng de trebuchets in stelling en houd de bogen gereed. Ga allen klaar staan want de vijand is nabij." Linctus keek met een rustige blik hoe iedereen zijn posities innam. Nu maar hopen dat het zou lopen als voorspeld.

"Kom dan stelletje wormen." Begon Linctus te schreeuwen tegen de vijand. "Wij zijn niet bang voor jullie. Jullie zullen voelen wat het betekend om verslagen te worden." Linctus bleef staan kijken wachtend op een antwoord van de vijand. Enkele pijlen vlogen met hoge snelheid op Linctus af, maar mistte hem compleet. "Houdt stand mannen. De vijand zal komen te weten tegen wie ze het opnemen" Linctus liep richting de trap terwijl een kapitein het overnam.

Eenmaal onder merkte Linctus aan de houding van de soldaten dat de vijand iets terug getrokken was en een kamp begon op te zetten. De soldaten leken nu iets meer ontspannen. Linctus glimlachte even toen hij aan de strijd die nog moest komen dacht. Hij had nog wat trucjes op zijn mouw die niemand verwachte.

14-04-09 20:12:38
Odysseus
Oudgediende


WMRindex: 500
OTindex: 11.169
S
Snel als de wind reed Themesius Leavington uit. Roshaf had hem inderdaad op zijn rug geduld, en het Tinithpaard rende zich de longen uit het lijf. Themesius kon nog net zien dat het vijandelijke kamp werd opgezet. Dat was geen goed nieuws. Zelfs met deze snelheid zou zelfs de dichtstbijzijnde heuvelvoet uren weg zijn. En dan moest hij nog een clangenoot vinden die hem naar zijn oom Arceseus kon brengen. En dan moest hij zijn oom nog zover zien te krijgen om te doen wat Odysseus hoopte. Odysseus’ plan leek ineens een stuk minder haalbaar. Maar Themesius was vastberaden om zijn broer te helpen waar hij kon. En dus reed hij door.

Uren later kwam hij bij de bergen. Omdat Leavington niet zo ver van het thuis van Themesius en Odysseus verwijderd was, zou er vast wel iemand van de clan in de buurt zijn. Maar mensen van het Bergvolk lieten zich niet zo snel of gemakkelijk zien... Een vinden zou nog lastig worden en lang duren. Maar tijd was iets dat tegen hem werkte. En zo begon Themesius’ zoektocht.

Nog even keek hij over zijn schouder, naar de plek waar Leavington ongeveer moest zijn. Hij meende rook te zien. Houd vol Odysseus, alsjeblieft. Ik zal het mezelf nooit vergeten als ik te laat kom

15-04-09 07:33:04
Demion
Oudgediende


WMRindex: 4.305
OTindex: 3.487
Offtopic:
eindelijk komt Odysseus weer tot zijn recht :D dan moet ik ook maar weer eens een lang stuk schrijven nietwaar :P.... alleen jammer dat Mauddhib en Arya niet meer reageren :(
Even keek Demion Odysseus aan en dacht na. Wat kon hij allemaal bedoelen? Hij wist dat Odysseus wel te vertrouwen was, maar dan toch. Even voelde Demion zijn maag lichtelijk draaien van binnen. Het was goed mis en iedereen wist dit. Uit de stilte hoorde hij een soldaat roepen over de binnenplaats. “Hey kijk! Het sneeuwt!”. Demion keek omhoog en zag kleine vlokjes naar beden dwarrelen. Een van de vlokjes landen op zijn schouder. Hij pakte het vlokje van zijn schouder en keek ernaar. Stilletje bekeek hij het vlokje en keek toen naar Odysseus. Hij sprak zacht “dit is geen sneeuw, maar as”. Odysseus had het ook opgemerkt en knikte. De vlokjes begonnen in hoeveelheid toe te nemen. Het duurde niet lang of de binnenplaats zat onder de roet en as.

Demion moest weten wat de Necros van plan was en snelde de stad in. Hij beklom het eerste dak dat hij zag en rende verder naar de volgende. Hij keek even achterom naar de andere, maar wist dat die zich ook gingen klaar maken voor de komende strijd. Dit gevecht zal een van de grote worden, die de pilaren van de geschiedenis zal laten trillen. Demion rende verder en klauterde een dak omhoog. Hij zag het punt waar hij eerder ook geweest was, maar niet direct wilde terug keren… de oude kathedraal. Hier had hij eerder, Raven en Cassius tegen het lijf gelopen, maar hij moest de kans nemen. Van deze positie kon hij veel verder kijken dan van een van de muren in de stad. Al gauw kwam hij bij een van de muren die het grote gebouw bezat en sprong ertegen aan. Snel rende hij naar boven en greep de rand. Hij trok zich weer eens om en landen op zijn tenen. Hij rende door naar de rand waar hij het beste overzicht had over de aankomende vijand. Ook hier waren nu de vlokjes waarneembaar geworden en dwarrelden langs zijn ogen, die nu groter werden. Over heel het gebied dat zichtbaar was en toereikend tot de vijand waren tenten, vuren, en vlaggen te zien van de Necros. Ze hadden blijkbaar alles uit de kast gehaald om eens en voor altijd te overwinnen. Demions bloed begon sneller te stromen en zijn zintuigen werden scherper. Even vertraagde de tijd om hem heen en dacht hij na. Zijn bloed begon nu lichtelijk te branden door zijn aderen door de hoge concentraties adrenaline, die nu met hoog tempo door zijn systeem heen raasde. Hij kneep zijn vuisten samen en hoorden zijn gewrichten knakken. Nu wist hij het zeker… Dit was het einde…..Of juist een nieuw begin.

Offtopic:
nou ja... redelijk lang dan (a)

15-04-09 10:34:47
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Offtopic:
@Demion: Arya wacht op Muad, en Muad is aan het bedenken hoe hij zich terug kan schrijven in het verhaal. Lang leven de mail bij WMR...8)
*Wat er te zien was vanuit de stad was alleen maar de voorhoede van het leger van de Necros. De voorhoede begint met kampen opzetten en met bomen kappen, terwijl de stad omsingelt wordt. Een paar gargoyles vliegen ver boven Leavington om de boel te verkennen, maar zijn buiten bereik van de pijlen van de boogschutters. Inmiddels begint het donker te worden. Aangezien de vijand nog geen stormtorens, katapulten e.d. hebben, zullen ze de nacht gebruiken om deze te maken. Ze zullen waarschijnlijk niet voor morgenochtend aanvallen, mede omdat het hoofdleger pas in de nacht arriveert.

Amber staat op een hoektoren, samen met een groep van 20 boogschutters. Amber probeert te slapen op die plek. Madarian wil klaarstaan om te vechten, maar de weerwolf in hem wil weer naar buiten. Snel zoekt hij een plekje op zodat hij niet in de weg zit, en activeert z'n kooi daar, zodat hij niemand kan verwonden. Dan trekt hij z'n harnas zoveel mogelijk uit, en legt hij z'n zwaard SoulShatter weer net buiten de kooi neer. Dan begint hij te veranderen...*

15-04-09 10:57:25
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Linctus komt vanuit de hoek gelopen als madarian veranderd. Hij trekt een cirkel om de kooi van Madarian. De cirkel begint te gloeien. "Ik moet je zwaard bekijken" Begon Linctus tegen de wolf. "Het kan levens gevaarlijk zijn." Linctus pakte het zwaard op en voelde de energie die uit hem gezogen werd. Hij liet het zwaard los. Hij was niet heel erg verzwakt, maar dat het zwaard enegergie trok was duidelijk.

Linctus mompelde een paar woorden en pakte het zwaard weer op. Nu zoog het zwaard geen energie. Linctus had zich dan nu ook wel beschermd, maar toch probeerde het zwaard het niet op een of andere manier. Linctus hield het zwaard dichter bij zijn gezicht. Hij herkende het soort steen, maar wist niet meer precies hoe het zat. Hij zou het even moeten nakijken. In ieder geval was het zwaard bezeten door iets dat kon denken. Waarschijnlijk voedde het zich met enegergie van de meeste gebruikers en gaf het aan Madarian. Het had niets te maken met kracht van madarian, maar om iets wat degene die het zwaard bezat aansprak. Maar wat het was kon Linctus niet achterhalen. Het lag ook aan het soort steen.

Linctus dacht even na. Moest hij het zwaard meenemen tijden het zoeken, maar stel dat het nu niet gevaarlijk was. Dan had madarian geen zwaard in de strijd zonder een goede reden. En madarian zonder zwaard zou wel een beslissend kunnen zijn in deze slag. Linctus besloot het zwaard te laten liggen en liep terug naar zijn tent. Hopelijk had hij de juiste beslissing genomen.

15-04-09 11:28:37
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Draak in SoulShatter: Die Linctus begint me te gevaarlijk te worden. Hij mag m'n plan niet dwarsbomen...

*De draak probeert z'n invloed nu ook uit te oefenen op Linctus z'n geheugen: Elke keer als Linctus iets herinnert of leest over de steen, dan dringt dat niet tot hem door, en Linctus heeft dat niet in de gaten. Pas als de draak vrij is, dan zal Linctus het herinneren. In de tussentijd ligt het elke keer op het puntje van z'n tong, maar het komt er gewoon niet uit.

De wolf in Madarian gromt naar Linctus. Wolf: Hoe durft hij dat zwaard aan te raken! Van mij!!! Madarian zelf had er iets minder moeite mee, want die steen moet inderdaad onderzocht worden. Daar waren Madarian en Amber het over eens.

Amber probeert te slapen op de toren. Dan voelt ze een windvlaag. Ze doet haar ogen open en hoort een schreeuw! Een boogschutter is van achteren van de toren af geduwd door een gargoyle die z'n kans had gegrepen.

Een pijlenregen vliegt door de lucht, de gargoyle wordt doorzeefd door de pijlen en stort neer. Halverwege verandert de gargoyle in steen. Iets wat dit keer niet zo handig was. De stenen gargoyle komt terecht op een grote kei, en spat uiteen.

15-04-09 11:34:54
Demion
Oudgediende


WMRindex: 4.305
OTindex: 3.487
Demion stond op het dak van het kathedraal en keek nog steeds uit over de stad. Hij kon zien hoe iedereen in de weer was om zich klaar te maken voor de komende strijd. Even keek Demion omhoog en zag een paar vliegende wezens in de hoogte. Vast verkenners, dacht hij bij zichzelf. snel keek hij weer in de verte naar het leger van de Necros dat voorbereiding trof. Even…echt heel even kon Demion een golf van energie voelen die uit die richting kwam. Het was een bekende energie en zonder enige twijfel Raven. Hij was dus daar, maar spookte hij daar nu uit. Demion kon Ravens rol in deze aanval niet plaatsen.

Het werd langzaam donkerder, doordat de zon langzaam achter de gebergte in de verte verdween. Hierdoor waren de vuren rond het kamp bij de Necros nog beter te zien. Bomen leken plaats te maken voor nog meer tenten en vuren, waardoor het landschap langzaam duisterder werd. Het bloed dat door Demions aderen pompte stroomde nu iets langzamer dan eerst. Hij wist zijn kalmte terug te vinden en haalde een paar keer diep adem. Even stond hij nog stil bij het briefje van Cassius. Zou hij ook mee doen aan de aanval? Want als dat het geval zou zijn, dan waren ze verder van huis. Hopelijk had hij zich echt bedacht en wilde hij echt het goede van binnen. Toch twijfelde Demion over Cassius. Het verhaal dat Raven had vertelt schoot voortdurend door zijn gedachten. Na zoveel leed kon bijna niemand meer goed willen… of misschien toch wel?

Ineens hoorde hij een bekende stem in zijn gedachte. “Demion, waar ben je?”. Het was Ryu, waardoor Demion uit zijn diepe gedachte schoot en terug kwam naar de realiteit. “Ryu, ik ben op de stads kathedraal, wat is er aan de hand?”. Even bleef het stil aan de andere kant, maar niet voor lang. “ik heb een briefje gevonden met jouw naam erop”. Demion haalde even diep adem na deze woorden. “Laat me raden, ondertekend met Cassius”. Weer bleef het even stil.
“Euhm, ja… hoe wist je dat?”.
“Dat vertel ik je nog wel. Waar ben je?”.
“Op het noordelijke plein, soldaten aan het voorbereiden”.
“Wacht daar, ik ben onderweg”.
“…is goed, tot zo”.


Demion stapte een aantal stappen naar achteren en zette zich af. Hij rende naar de rand van het dak en sprong omhoog. In de lucht spreiden hij zijn armen en viel in vrije val. De wind schoot langs zijn gezicht, waardoor zijn ogen lichtelijk begonnen te tranen, maar dat weerhield hem niet om netjes te landen om een onderliggend dak. Met een harde klap, waardoor de dakpannen splijten, landen hij en rolde gelijk over de pannen. Hij sprong overeind en rende verder. Hij kon het plein, waar Ryu zich bevond al zien in de verte. Hij rende een aantal minuten door en sprong van dak naar dak, als lenig en kunstig als hij dat altijd deed. Zijn bloed begon sneller te stromen en hij begon tunnelvisie te krijgen. Demion concentreerde zich en rende verder richting zijn bestemming.

Als snel zag hij Ryu, die met een aantal soldaten aan het praten was. hij draaide zich om en zag Demion naderen. Hij zwaaide even met zijn armen om te laten blijken dat hij hem ook zag. Geen tel later lande Demion op het plein en liep snel naar Ryu. “Dat was snel zeg…”. Demion greep het blaadje dat Ryu beet had uit zijn hand en begon het te lezen.

-----------------------------------------

Hallo Vader,
Hopelijk heb je ingestemd met mijn verzoek. Ik zal rond middennacht te vinden zijn in de oude tempel in het oosterlijke gedeelte…. Tot snel.

Cassius

-------------------------------------------

15-04-09 14:05:12
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
De stenen gargoyle die door de boogschutters neer geschoten was, was inderdaad uiteen gespat. Echter nog geen paar seconden later voegde de stukjes zich samen en vloog de gargoyle weer weg. Duidelijk beschadigd, maar niet vernietigd.

Offtopic:
FF Odysseus helpen
Linctus kwam in zijn tijd aan en liep naar zijn kast. Deze puilde uit met allemaal perkamenten rollen. Ik moet eens stoppen met zoveel informatie te verzamelen dacht Linctus en hij spitte door de perkamenten. Er zat iets in die steen die Linctus leek tegen te werken. Linctus bekeek verschillende papieren. Daar kwam Linctus iets tegen wat wel bruikbaar leek. Het was echter in oude "menselijke" runen geschreven iets wat vrij zeldzaam was. Gelukkig was Linctus een van de weinige die dit nog vloeibaar kon lezen.

Linctus begon te zoeken. Er stond echter zoveel in die rol dat het nog wel even zou duren voordat Linctus achter het geheim van die steen zou komen.

15-04-09 15:52:39
Odysseus
Oudgediende


WMRindex: 500
OTindex: 11.169
S
Toen de duisternis was ingevallen had Themesius nog altijd geen clangenoten gevonden, hetgeen hem verontrustte. Waren er nog wel clangenoten in de buurt? Zo niet, dan zou Odysseus’ plan in duigen vallen, en daarmee zou waarschijnlijk ook de stad vallen.

Dat mocht hij niet laten gebeuren. Hij moest en zou oom Arceseus vinden. Maar dat was inderdaad niet zo makkelijk als dat hij had gehoopt. En als hij zijn oom niet voor de dageraad zou vinden, dan zou de tijdsnood waarschijnlijk te groot worden. Hij reed door, om zich heen spiedend.

Het landschap werd steeds ruiger, met verraderlijke spleten en onbetrouwbare wegen. Wie in de bergen was kon maar beter niet de paden nemen: ze waren niet door mensen of soortgelijken gemaakt, en kwamen uit op plekken waar reizigers liever niet in de buurt komen. Gelukkig kende Themesius deze bergen goed, gezien dit het grondgebied van zijn clan was, dat gedeeld werd met de barbaren van Harrogath, die hun nomadische bestaan hadden opgezegd en een stad hadden gebouwd.

Themesius’ clan was nog wel nomadisch, en dat was de reden dat Themesius niet wist waar ze nu waren. Misschien wisten ze het wel in Harrogath. Het zou slim zijn om de stad op te zoeken: het was maar een paar uur rijden. Themesius gaf Roshaf de sporen.

Hun tocht werd onderbroken door een luide stem: "Halt! Wie betreed daar het grondgebied van Harrogath?" Klonk het vanachter de rotsen. Themesius antwoordde. "Voordat ik dat zeg wil ik eerst de eigenaar van deze stem ontmoeten!" Even was het stil. Toen wat gemompel. Na enige seconden verscheen een figuur vanachter de rotsen, en hij liep toe op Themesius, die afsteeg.

De man ging voor Themesius staan. Hij was ongeveer zo groot als Demion, maar breder gebouwd, en hij droeg de kleren van de Harrogath. "Hier voor U staat de derde officier van het leger van Harrogath, derde zoon van Kor-barhk de Oude, vriend van de Bergen. Met wie heb ik het genoegen?"

Themesius antwoordde met lichte ironie in zijn stem. "Mijn naam is Themesius, zoon van wijlen Laërteus de Grote, hoge commandant van het elementale leger, vriend van de Bergen en van Harrogath. En als ik mij niet vergis, heeft u uw naam nog niet genoemd, zoals dat de gewoonte is onder ons Volk."

De man keek verbaasd. "Wel wel, een man van Arceseus’ Clan. Het toeval wil dat ik net op weg ben naar uw leider voor zaken. Als u wilt, kunt u met mij en mijn escorte meegaan." Sprak hij.

"En wat mijn naam betreft, noem mij Qual-Kehk."

Offtopic:
tevreden met de rentree van een oude bekende, Linctus?:P

16-04-09 10:17:53
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Offtopic:
Dit is een van de laatste posts voor mij totdat het ochtend wordt of er aangevallen wordt. Amber ligt te slapen en Madarian zit in z'n kooi. Ik lees wel wanneer de aanval begint.
*Er komen veel geluiden uit de kampen van de vijand. De bomen verdwijnen één voor één. Er worden veel rammen, stormtorens, ladders en katapulten gebouwd. De hele nacht door klinken de geluiden van zagen, hakken en timmeren vanuit de kampen. Daardoor kunnen de soldaten moeilijk slapen. Amber heeft er minder moeite mee, maar ze slaapt altijd erg licht, en af en toe wordt ze wakker van iets wat voor haar niet klopt. Een windvlaag of iemand die dichtbij haar loopt...*

16-04-09 19:51:44
MuseMatt
Oudgediende


WMRindex: 3.360
OTindex: 21.667
Aan de andere kant van de stad krijgt Creanan niets mee van het schouwspel met de Gargoyles. Zodra het signaal van 'vijand in zicht' klonk werden alle soldaten opgetrommeld en op wacht gezet.

Creanan loopt samen met de commandant en bekijkt het leger dat de stad omsingelt. Ze kijken elkaar serieus aan en met een knik wordt de commandant de andere kant op gestuurd.
De soldaten kijken hun ogen uit: de meeste van hen hadden nog nooit van Gargoyles gehoord, laat staan dat ze ze hadden gezien.

"Rustig mannen, ze slaan hun kamp op. We hebben tijd om ze te bestuderen. Wachters, dubbele bezetting!"
Creanan liep door en sprak her en der de mannen toe: de burgers die achter de muur verbleven voor het afvuren van een salvo wisten niet wat er aan de hand was.

Creanan spreekt ze toe. Hij vertelt ze de waarheid: het is een groot leger, ze hebben een enorme overmacht en ze zijn bezig met het maken van belegeringswapens. De bossen rondom de stad worden gekapt.
De asregen bevestigt zijn verhaal, en de soldaten huiveren... hoe kunnen ze winnen van een vijand die zo groot is...

Tegelijkertijd zitten de Warriv rusteloos op de muur. Ze wachten tot ze hun werk kunnen doen maar de vijand stelt het uit.
Een gargoyleverkenner van de vijand vliegt over het kamp. Hij wordt direct doorboord door 3 pijlen in zijn hart. Er klinkt gejuich vanuit de stad... totdat het monster zichzelf weer herstelt! Haastig vliegt hij terug om te melden hoe de vijand ervoor staat...

Linctus, hoe is het aan jouw kant van de stad? Het is hier in't Oosten rustig, maar de vijand is duidelijk bezig kamp op te slaan en belegeringsmateriaal in elkaar te zetten. Ze hebben onze vallen dus nog niet gezien, anders zouden ze vast de moeite hebben gespaard!

Creanan gaat ondertussen naar de poort. Daar zit immers de hoogste toren, en vanuit daar kijkt hij zo ver als zijn Elfenogen kunnen kijken. De horizon toont echter alleen maar vijand...

19-04-09 08:07:12
Arya
Oudgediende


WMRindex: 746
OTindex: 40.038
Offtopic:
inderdaad, ik moet even wachten op Muaddhib, want daar was ik naar op zoek. daarbij moet ik eerst nog even alles bijlezen 8O want ik snap er niet heel veel meer van.

19-04-09 08:37:30
linctus
Oudgediende


WMRindex: 1.339
OTindex: 17.058
Offtopic:
Als er vragen zijn arya dan wil ik je vast alles uitleggen.

19-04-09 08:50:52
Arya
Oudgediende


WMRindex: 746
OTindex: 40.038
Offtopic:
ik heb net even alles nogmaals gelezen, en ik denk dat ik mijn zoektoch naar Muaddhib maar even ga staken.. een asregen valt ook mijn elf op ;)
As, er viel as uit de lucht. Arya had nog steeds Muaddhib niet kunnen vinden, maar er was nu iets goed verkeerd aan het gaan. ze had kreten gehoord, mensen die over Gargoyles riepen.

Drakenvuur!Muad, waar ben je in vredesnaam...

Ze kon nu echter niet doorzoeken. haar hand trilde op het gevest van haar zwaard. ze zou terugkeren naar de groep, en wel nu.

Door de regen van as begon Arya te rennen zo snel als ze kon. ze moest weer naar de legerplaats, om zich klaar te maken voor de strijd tegen in ieder geval die irritante vleugelbeesten. haar boog zou ook van pas komen, een elvenboog had een langer bereik als de mensenbogen. uiteindelijk kwam ze hijgens bij het kampaanzetten, en zag dat alles in rep en roer was. ze sprak een willekeurige soldaat aan en werd ingelicht over wat er gaande was. " alle... en die vleugelbeesten en trollen?! dank je!" ze liet de soldaatr verbaast staan en ging op zoek naar een van haar vrienden.

19-04-09 11:28:01
nietmeer
Offtopic:
Waarom, oh waarom schrijf ik mezelf altijd in onmogelijke hoeken?
Ergens in een klein steegje komt Muad weer bij.
"oempf... Waar komt die koppijn vandaan? Het lijkt wel alsof ik neergeslagen ben." mompelt hij voor zich uit, ook al heeft hij het idee dat niemand hem hoort.
Voorzichtig voelt hij over zijn achterhoofd, waar de pijn vandaan lijkt te komen. Verschrikt krimpt hij in van de pijn als zijn handen over een verse wond heen gaan.
Verbaasd kijkt hij naar zijn bebloede vingers terwijl hij mompelt: "Verdomd... ik bèn neergeslagen."

Dan pas durft hij om zich heen te kijken. Recht voor zich staat het kleine meisje, dat onschuldig met een houten plank zit te spelen, ware het niet dat er een verse bloedvlek op zit.
Haar beer is nergens te bekennen.
"Simkin... Waar hang je nu weer uit?"
"Achter je." komt het antwoord van achter hem.
Verschrikt draait Muad zich om en ziet tot zijn verbazing een nogal protserig geklede jongeman tegenover hem zitten die hem nogal nieuwsgierig op zit te nemen.
"Ik dacht al, hoe lang gaat dit nog duren? Al dat wachten is nogal saai, zie je? Ik heb nog wel wat vermaakt met dat kind, want iedere keer dat ze een lijk aanraakt veranderd die in een ondode. En dat gloeiende lichtje achter haar schijnt iedere keer sterker te worden als ze dat doet, en dat vond ik dus wel grappig. Maar verder heb ik me maar verveeld."
Met wat afschuw kijkt Muad om naar het 'onschuldige' kleine meisje, en ziet dat er inderdaad een vreemd soort licht achter haar rondzweeft. "Die lichten zijn nogal interessant, weet je? In plaats van doden gewoon tot leven te wekken stelen ze de ziel die nog in de doden achter blijft. Zolang ze maar op tijd zijn trekken ze de hele ziel uit het lijk, zelfs het gedeelte dat al over is gegaan weten ze terug te trekken.
Dit schijnt nogal angstaanjagend te zijn voor de lijken, waardoor ze spontaan weer opstaan en voor die lichten gaan vechten.
Dus als alles gaat zoals die lichtjes willen gaan jullie dalijk dat leger wat voor de deur staat afslachten, en zei jullie natuurlijk, en dan gaan die lichtjes daarna alle zielen stelen die op dat moment los komen en bouwen ze op die manier een veel groter leger."
"Hoe ben je dit allemaal te weten gekomen, Simkin?"
"Gewoon... op dezelfde manier als altijd. Door met ze te gaan kletsen natuurlijk."
"En waarom vertel je dit door aan mij?"
"Omdat ik dat leuk vind, en ik benieuwd ben hoe jij samen met je vrienden gaat proberen de wereld te redden. Want met iedere dode die er valt, worden zij sterker. Doorbreekt de sleur, weet je wel."
Drakenvuur! Muad, waar ben je in vredesnaam... schalmt er plotseling door de lucht.
"Arya!" roept Muad uit terwijl hij opspringt, en direct weer neerstort.
"Roep haar maar niet, denk niet dat ze dit tafereel kan waarderen. En trouwens, hoor jij je niet zorgen te maken over het feit dat het momenteel as regent?" reageert Simkin vermaakt.
"As regent?" mompelt Muad verbaasd terwijl hij omhoog kijkt. "Verdomd..."
Voorzichtiger nu staat Muad weer op, en wankelend loopt hij naar het uiteinde van de steeg. "Simkin, leen me eens wat van die limietloze energie van je."
"Wat schiet ik er mee op?"
"Dan kan ik lol gaan maken, en kan jij mee genieten."
"Ooooh! Lol trappen ben ik altijd al voor in geweest." roept Simkin verheugd uit, terwijl hij naar Muad toeloopt en hem flink oplaadt.
"Eeeh, dank je, meest onbetrouwbare en onvoorspelbare vriend."
"Ik prefereer de naam zot."
"Weet ik."
Vlot klapt Muad zijn vleugels uit, grijpt Simkin en het meisje om hun middel, en vliegt in een rechte lijn naar het legerkamp, om daar begroet te worden door een pijlenregen, terwijl er voor hem een aantal gargoyles vliegen. Een van de pijlen herkent hij echter. Een elfenpijl van Arya. Die was ook het best gericht, en had hem geraakt als hij niet zo'n behendig vlieger was geweest.
Yow, Schat! Die Gargoyle met verenvleugels ben ik! Stop even met schieten, wil je?!

19-04-09 15:39:34
Arya
Oudgediende


WMRindex: 746
OTindex: 40.038
Arya keek echt enorm verbaast op toen ze Muad zijn stem in haar hoofd hoorde net nadat het beest waarvan zij dacht dat het een van de gargoyles was haar geschoten pijl ontweek, en haar vertelde dat hij het was. Meteen gaf ze een snauw naar achteren dat iedereen moest ophouden het gevlewugelde beest proberen neer te schieten, omdat dit geen vijand was. ze kreeg een paar verwarde blikken toegeworpen, maar de blik in haar ogen zorgde ervoor dat iemand ook maar er aan dacht om iets aan haar te vragen er over. Snel gaf ze aan dat er slechts een was die bij hun hoorde, en dat ze op de rest vrij mochten vuren, wat ze dan ook snel weer deden. Ze liet de groep soldaten met bogen alleen, gooide haar boog op haar rug en rende over de grond mee in de richting waar Muaddhib heenvloog.

waar bleef je nou? en wat is er gebeurt? wat draag je bij?

Muad hing nog steeds in de lucht ergens boven haar, en ze moest iedereen waar ze langskwam met een boog die aan het schieten was vertellen NIET naar het vleugelbeest boven haar te schieten.

19-04-09 17:39:04
Odysseus
Oudgediende


WMRindex: 500
OTindex: 11.169
S
Door de nacht reden Themesius en Quel-Kehk en zijn gezelschap, onderweg naar het kamp van Arceseus, waarvan Quel-Kehk wist waar het was. Themesius bestudeerde de mannen van Quel-Kehk een voor een. De meesten waren gewone soldaten van Harrogath, maar sommigen weken af van de standaard uitrusting. Ze droegen wel normale soldatenkledij, maar waren kleiner, en droegen een blauw insigne met een teken dat duidelijk niet bij Harrogath of zijn soldaten hoorde, en een extra maliënhemd was zichtbaar onder de normale bepantsering. Themesius sprak Quel-Kehk er op aan. "Sommigen in Uw gezelschap zijn geen soldaten van Harrogath. Wie zijn ze en wat hebben ze hier te zoeken?" Vroeg hij. "Dat," zo sprak Quel-Kehk, "Gaat je niets aan." Meer werd er niet over gezegd. Themesius begon zich ongemakkelijk te voelen en wisselde van onderwerp. "Ik heb haast om bij mijn clan te komen, zouden we wat sneller kunnen rijden?" Quel-Kehk fronste. "Waarom? We rijden al aardig snel, naar mijn mening. Welk probleem zorgt ervoor dat je zoveel haast hebt?" "Het is mijn broer. Hij is in gevaar, en ik probeer hem te helpen, maar er is haast bij." Quel-Kehk’s frons werd dieper. "Je broer? Waar is hij?" "In de stad die Leavington word genoemd, hoezo?" Quel-Kehk slaakte een kreet, en de verbazing was van zijn gezicht te lezen. "Leavington! Wat heeft een man van de Bergen daar te zoeken?" Themesius snapte niets van Quel-Kehk’s reactie. "Dat weet ik zelf ook niet precies. Hij reist tegenwoordig rond met een vreemd gezelschap. Een van hen, Liptus of zo, heeft daar de touwtjes in handen genomen." De verbazing droop nu van Quel-Kehk’s gezicht af. "Je bedoelt Linctus? Maar dan moet jouw broer Odysseus zijn!" Nu was het Themesius’s beurt om zich te verbazen. "Ja, dat klopt... maar, hoe weet U dat?" Quel-Kehk’s gezicht stond nu ernstig. "Ik geloof dat ik je het een en ander heb te vertellen, Themesius."

19-04-09 17:41:45
nietmeer
Tussen alle pijlen heen laverend, die gelukkig zo goed gericht waren dat ze zo door een blinde afgevuurd konden zijn, weet Muad zich met zijn last naar een open plek midden in het legerkamp te werken.
"Jij houdt je mond dicht, Simkin!" snauwt hij nog snel naar de goedgeluimde jongeman die aan zijn arm hing.
Het meisje was zo bang dat ze haar ogen stijf dichtgeknepen hield, en continu om teddy jammerde. "Ga haar maar even gerust stellen als beer."
"Ja maar..."
"Niks te maren!"
Simkin veranderde mopperend in een teddybeer, en zodra hij stevig tussen de armen van het meisje ingeklemd zat was zijn geklaag verstomd tot een onverstaanbaar gemompel. Het meisje zat ondertussen zielsgelukkig heen en weer te wiegen.
"Arya! Ik zit hier!" roept hij ondertussen in gedachte en hardop, en al snel komt Arya tussen de tenten vandaan gerend.
Zodra hij haar ziet springt hij op, en omhelst hij haar stevig.
"Schat... Ik heb je gemist.
Maar om even antwoord te geven op jouw vragen: Die beer daar heeft mij neergeslagen, weggesleept, en me het meest fantastische verhaal verteld dat zo maf is, dat zelf hij het niet verzonnen kan hebben."
Dan legt hij alles aan haar uit wat Simkin daarvoor al aan hem had verteld.

"Ik weet dat het moeilijk te geloven is, maar in dit geval geloof ik hem. Simkin heeft namelijk de irritante gewoonte om de plannen van de ene tegenstander door te vertellen aan de andere, en dan meestal zo nauwkeurig mogelijk. Hij is verder wel een vat vol leugens, die alles doet voor een lolletje, maar de grootste lol heeft hij nog altijd bij het onthullen van geheimen. Iedereen die hem kent weet dat, en iedereen denkt hem goed te gebruiken, en iedereen maakt altijd dezelfde fout met hem. Ze verliezen hem uit het oog, met die irritante veranderingsmagie van hem."
Muad kijkt even om zich heen, en ook naar het meisje, dat een beetje bedremmeld naar haar lege handjes zit te kijken.
"Nee heh! Niet weer!" roept hij dan ook meteen geïrriteerd uit. "Simkin! Waar zit je?! Of moet ik alle bomen hier laten kappen, alle theepotten kapot gooien en alle emmers, gereedschappen en andere dingen die hier wel en niet thuishoren om laten smelten?!"
"Als je dat bomen kappen even wilt laten, dan mag je de rest best doen hoor," zegt spontaan een palm vlak naast ze tegen hen. "En deze mooie palmboom ben ik niet hoor, nee, totaal niet."
Zuchtend schud Muad zijn hoofd, en geeft daarna een ongelooflijke rotschop tegen de boom, die spontaan omvalt, en veranderd in een kermende Simkin.
"Gelukkig zijn zelfs zijn eigen geheimen niet veilig bij hem." mompelt Muad even opgelucht.
"Maar wat dacht je er van om de rest ook even op de hoogte te stellen? Denk dat ze dit wel interessant zullen vinden.
Wat moeten we alleen met dat meisje aan? We kunnen haar niet los rond laten lopen, maar haar doden is ook weer zo rigoureus. En trouwens, ze zou toch alleen maar uit de dood weer opstaan."

19-04-09 18:08:34
Pablo
Oudgediende


WMRindex: 1.461
OTindex: 22.116
Nadat Arya Phæn de tent had gewezen waar de rest zat was hij die richting ook op gegaan, maar was ongemerkt de tent voorbij gelopen. Linctus gezeur alleen al deed hem afvragen waarom hij daar ooit naar binnen zou willen.

In trance door vele gedachtenstormen liep hij onbewust het kamp uit, richting de dichtstbijzijnde bomengrens.
Schuilen daar niet vast en zeker een aantal necro's, klaar om aan te vallen?
Ja, dat weet ik, nou en?
Is dat niet ietwat... dodelijk, om daar in je eentje op af te gaan?
Ja, dat weet ik, nou en?
Ik val in herhaling...
Val toch dood lafaard.


Het lopen ging over in rennen en voor hij had doorhad stormde hij met cyaangloeiende vuisten op de eerste troepen af. Een pijnscheut schoot door zijn lichaam toen een pijl zich in zijn borstkas plantte en Phæn werd naar achter geslagen.
Auw! Dat doet pijn!
Nou en?
Nou... gewoon... het doet zeer!
Zucht, zwakkeling...

Nog twee pijlen plantten zich in zijn lichaam en de twee verwarde ogen vulden zich opeens met zelfverzekerdheid.
Langzaam liepen zijn aanvallers op hem af met een glimlach op hun gezicht, enigszins verbaast om de stomme actie die zij zonet hadden aanschouwd. Phæn stond echter meteen weer rechtop, rukte grof de drie pijlen uit zijn lichaam, en liet elke daaropvolgende pijnscheut genegeerd wegvagen.
De aanvallers keken hem verward aan. Één daarvan viste meteen een volgende pijl uit zijn koker en legde die op zijn boog. Met uiterste precisie trok hij een denkbeeldige pijn vanaf de staart en punt van het projectiel, richting het hart van Phæn; terwijl hij langzaam de boog spande.
De pijl vloog richting zijn doel en een blauwe vonkenregen, die bij de impact op de arm waarmee Phæn zich bliksemsnel had afgeweerd verscheen, kaatste hem weg. Tijd om ook naar nog een pijl te grijpen had hij niet, want kort daarna richtte Phæn zijn hand en een energiebal vloog zijn kant op, die na zijn inslag rustig de deeltjes die een boogschutter moest voorstellen begon te degraderen.
De anderen trokken hun zwaarden en renden op Phæn af, de kreten negerend die de stervende produceerde. Terwijl Phæn de ene afweerde met het beetje magie dat hij hem waardig vond, probeerde een andere op zijn rug in te hakken. Een zwaard schampte Phæns schouder en liet een pijlijke en lelijke wond achter, diens zenuwprikkelingen geen aandacht waardig werden geacht. Phæn draaide zich om naar de ellendeling die binnen enkele seconde wenste dat zijn verwekker nooit had geleefd. Ook met de anderen wist hij moeiteloos af te rekenen. Althans, als je daarmee de pijnlijke sneden die hij daarbij opliep buiten schot liet. Een laatste schop deed de als enig overgeblevende aanvaller in elkaar klappen, die evenals zijn maten ook niet zo ongevoelig bleek voor het element genaamd pijn. Langzaam liep Phæn op hem af en legde zijn hand op de aanvaller's gezicht en verschroeide deze om hem uit zijn lijden te verlossen.

Een grijns van voldoening verscheen op Phæn's gezicht, waarna die langzaam overging in een glimlach en de verwarde blik weer terug kwam in zijn ogen. De blik verschoot opeens, toen hij zich weer bewust werd van de pijn die elke bloederige snee en wond op zijn lichaam veroorzaakte.
Ohww... Ik mag toch echt wat beter opletten tijdens zo'n gevecht, dit brand gewoon...
En waarom precies zou dit mij ook maar iets moeten uitmaken?
Laat maar...

Stap voor stap liep hij verder, terwijl hij alles vervloekte wat los of vast zat.

20-04-09 07:40:05
Demion
Oudgediende


WMRindex: 4.305
OTindex: 3.487
Offtopic:
:D welkom terug iedereen :D
Demion klom door een gat in het dak en landen stil om zijn voeten. Hij sloop door de gang van het oude gebouw en keek rond. Dit moest de plek zijn wat Cassius beschreef. Nog steeds voelde Demion zich niet op zijn gemak en keek vaak over zijn schouder, om een verrassingsaanval af te slaan, mocht deze spontaan uit het niets gebeuren. Hij kwam al gauw bij de grote hal waar de ramen in laad kleurrijk licht van de maan door de hal toelieten. Hij keek rond maar kon nog niets waarnemen. Nog even en het was middennacht. Demion hoopte dat de rest van zijn nieuwe vrienden zich stand konden houden tegen het leger voor de poorten van de stad, mocht er wat mis gaan. Even keek hij naar het grote raam voor hem en plofte op een van de bankjes. Het enige wat hij nu kon doen was wachten.

Demion kon in de verte, de kerkklok 12 uur horen slaan. Het was middennacht en Demion stond op en keek rond. Nog niks te horen of uberhaupt te zien. Het gefladder van vleugels was te horen uit de kamer rechts van hem en hij zag kraaien door de deur naar buiten vliegen, die gelijk naar boven vlogen naar een gat in het dak. Nu hoorde hij ook voetstappen. Zachte, stille voetstappen. Door de deur kwam de gewade man naar binnen die Demion gelijk opmerkte. Hij liep naar binnen en ging op een van de bankjes zitten tegenover Demion. Ook Demion plofte weer neer.

“Je bent dus toch gekomen…. Mijn dank is groot”.
“Wat wil je precies Cassius?”.
“Wat willen alle mannen met macht?”.
“….meer macht?”.
“Klopt vader, maar macht bezit ik al…”.
“Wat zoek je dan in deze ontmoeting? Een kans om mij te doden?”.
“…Nee…ik heb vragen”.
“……….. wat voor vragen heb je dan?”
“Raven heeft mij hierheen geleid, omdat hier mijn doel was, maar nu dat ik hier ben…..”.
“twijfels?”.
“……………..Ja, maar niet zonder reden”.
“hoe komt het dat je mij niet wilt doden Cassius?”.
“…. Ik voelde gewoon dat jij de waarheid sprak en wil bevestiging. Ook door de woorden van die vrouw kreeg in twijfels”.
“Welke vrouw?”
“ze noemde zich zelf het orakel”.
“…. Het orakel?”.
“Ja vader, ze vertelde mij het verhaal over jouw verlies in jouw leven en het leed dat je hebt gevoelt”.
“je kon weet dus ook hoe ik over jouw voelde na jouw te verliezen?”.
“….ja vader, maar………wat was dat?


Achter in de kamer waar Cassius vandaan kwam, klonk een harde doffe dreun. Voetstappen waren te horen en een bekent gezicht kwam door de deuropening. Snel stonden de twee op en keken naar zijn gestalte in het maanlicht.

23-04-09 09:45:09
Arya
Oudgediende


WMRindex: 746
OTindex: 40.038
Toen Arya Muad weer op de grond zag staan rende ook zij naar hem toe en ze hielden elkaar in een stevige omhelsing. ze moest toch wel lachen. "De volgende keer als je wat van plan bent vertel het me dan even, oke?" echter toen ze naar het verhaal luisterde werden haar ogen groot. die Simkin was nog erger in sommige dingen dan Dhib was, en dat was iets dat ze niet echt voor mogelijk had gehouden.

"Dus even kort genomen, hij vind het leuk om chaos te doen ontstaan door geheimen van de een aan de ander te doen vertellen, en dat meisje daar is de reden dat ze mensen van ons leger tegen ons kunnen laten keren door hun ziel in te nemen? als ik het zo hoor kunnen we beter even aan Madarian vragen of.." Meteen snoerde ze haar mond, want die Simkin was nog in de buurt. "eerm... ik kan maar beter ideeen gaan opperen als onze palmboom uit de buurt is, denk ik. zelfs als ie ooit een kant zou kiezen denk ik dat onze plannen, gedeeltelijk of compleet, bij de vijand terecht komen." ze draaide zich om naar Simkin. "kun je het horen als ik via gedachtespraak iets aan iemand vertel, als het persoonlijk is?"

23-04-09 19:57:38
nietmeer
Nee hoor, daar kan ik helemaal niets van horen. Ook niet die geliefden geheimpjes die jullie net onbewust naar elkaar toe hebben verstuurd. antwoord de boom spontaan in gedachtenspraak, terwijl hij met een fikse rookwolk verdwijnt.
Een moment later staat de potserige jongeman weer tegenover ze. Hij kijkt even naar zijn vloekende kleding, knipoogt Arya even schalks, en een moment later vloeien de kleuren van zijn kleding over naar allerlei tinten groen.
"Deze combi wilde ik Elvenbloed noemen. Mooi heh." begint hij alsof er net niets gebeurd is.
"Maar ehm... gaan jullie nog iets doen? Want ik verveel me momenteel een beetje."
Simkin, je bent onverbeterlijk stuurt Muad ondertussen in gedachtenspraak direct naar Arya.
"Zot zou ik persoonlijk een betere titel vinden." antwoord Simkin.

23-04-09 22:32:28
MuseMatt
Oudgediende


WMRindex: 3.360
OTindex: 21.667
Creanan kijkt vanaf de poort over de stad uit. Verkenners vliegen over en worden belaagd met pijlen... tevergeefs, want geen enkele Gargoyle is tot nog toe verwoest.
Opeens ziet hij een raar schouwspel boven de stad: er vliegt iets boven de stad wat niet lijkt op een Gargoyle: Muad!!!

Haastig gaat rent Creanan de toren af, fluit scherp en rijdt snel op het paard dat direct kwam aanrennen richting de plaats waar hij hem zag.

Daar aangekomen hoort hij nog net het woord Elvenbloed uit de mond van een onbekende komen.

"Zot zou ik persoonlijk een betere titel vinden," hoort hij een vreemd uitziende man zeggen.

"Zot ben je zeker als je spot met het bloed van Elven waar ze bijzijn!", zegt Creanan bot tegen de man. Wie is die snuiter?
Hij richt zich tegen Muad: "Goed je weer te zien! Lekker geslapen?"
Hij ziet ineens achter Muad nog een bekende staan, en Creanan wordt ineens een stukje vrolijker... "Arya! Waar heb jij gezeten?!"

Arya bekijkt de kleren van Creanan en kijkt een plagerig... "Groen stond je echt beter hoor... generaal!"

24-04-09 07:43:15
Demion
Oudgediende


WMRindex: 4.305
OTindex: 3.487
Demion en Cassius keken gespannen naar de deur. De gestalte liep naar hun toe. Toen het maanlicht zijn gezicht raakte, dacht Demion bij zichzelf dat hij dit al zag aankomen. In het maanlicht stond nu ook Raven, samen met de vader en zoon. “Dank je wel Cassius voor het opnieuw vinden van je vader, maar nog even een vraag……WAAROM IS HIJ VERDOMME NOG NIET VERNIETIGD!?”. Demion sprong achteruit en trok zijn zwaard. Snel schoten de gedachten door zijn hoofd. Was dit dan toch een val? Raven keek boos naar Cassius die wat achteruit deinde. “Ik ga mijn vader niet vernietigen Raven… als je dat zou willen dan doe je dat zelf maar”. Ravens ogen werden vuurrood “Wwwwat!? Durf jij mij tegen te spreken?! En sinds wanneer is hij jouw vader?! Hij heeft jouw verdomme verlaten in de dood!”. Cassius schudde zijn hoofd “ik heb hele andere verhalen gehoord Raven…”. Raven leek even nog iets kwader te worden en balde zijn vuisten. Er begon een donkere gloed om zijn handen te ontstaan en hij stapte in de richting van Demion. “Oke best! Blijf dan daar maar staan. Als jij hem niet wilt doden…… dan doe ik het!”. Ook raven trok zijn zwaard en stormde naar Demion. Hun zwaarden troffen elkaar en het krijsende geluid van staal op staal schoot door de lucht. Cassius stond gehoorzamend aan de zijlijn en leek nog steeds onder invloed van de macht van de Necros ondanks al zijn verzet de laatste paar uur.

Het ging er hevig aan toe en Raven leek door zijn promotie sterker dan ooit. Raven draaide om zijn as en zwiepte zijn been over de grond wat Demion niet op tijd kon ontwijken. Hij viel naar de grond en nu stond Raven lachend boven hem. Hij liet zijn zwaard naar zijn keel glijden en drukte de punt zachtjes aan. “Eindelijk heb ik je Demion, vraag om genade”. Demion schudde zijn hoofd “nooit Raven, nooit!”. Raven moest even lachen “Belachelijke trots, liever sterven dan overleven… goede oude Demion….. dan sterf je maar”. Raven wilde doorsteken, maar zijn arm werd tegengehouden. Hij draaide zich om en Cassius hield zijn arm beet. “Wat wil jij nou weer?!”. Cassius beantwoorden niet en er verscheen een glimlach op zijn gezicht. Raven keek verbaast en vervolgens naar beneden in zijn zij waar licht vandaan begon te komen. Cassius had zijn hand daar geplaatst en hield Raven stevig beet. “Nee he” sprak Raven zacht, die in een fel licht verdween. Al gauw volgde er een explosie, die waarschijnlijk aan de andere kant van de stad te horen was, van de energiegolf die Cassius had opgeroepen. Demion vloog naar achteren door de knal en was even verblind. Na enkel seconden kwam zijn zicht terug en keek rond. Daar stond Cassius en keek naar een gat in het dak. Raven was dwars door het dak geknald en zijn locatie onbekent. Als gauw hield Cassius Demion overeind. “die zien we zeker terug vader”. Demion knikte en lachte zacht “zo vader, zo zoon”.

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren!

1 2 3 4 .... 94 95 96 [97] 98 99 100 261 262 263 264

WMRphp ver. 7.1 secs - Smalle versie - terug naar boven